Article

Noot, R.D.C.-T.B.H., 2008/7, p. 650

VERVOER
Vervoer over zee - Averij en manco van lading - Verschuiving bewijslast - Artikel 91 A § 3, 6°, lid 1 Zeewet - Vaststelling van de staat van de goederen op ogenblik van de in ontvangstneming
Overeenkomstig artikel 91 A § 3, 6°, lid 1 van de Zeewet is protest door de ladingbelanghebbende ten aanzien van de zeevervoerder voor averij en manco's aan de vervoerde lading overbodig, wanneer de staat van de goederen door beide partijen samen werd vastgesteld op het ogenblik van de inontvangstneming. Een expertise gehouden op initiatief van de ladingexpert in aanwezigheid van de scheepskapitein en de scheepsagent in het ruim van het schip en tijdens het lossen ervan, kan als dusdanig beschouwd worden en verschuift de bewijslast inzake manco en/of averij naar de zeevervoerder, die op weerlegbare wijze vermoed wordt aansprakelijk te zijn.
TRANSPORT
Transport maritime - Avarie et manquant de chargement - Déplacement de la charge de la preuve - Article 91, A § 3, 6°, alinéa 1er loi maritime - Constatation de l'état des marchandises au moment de leur réception
Conformément à l'article 91, A § 3, 6°, alinéa 1er de la loi maritime, la protestation par le propriétaire de la cargaison vis-à-vis du transporteur maritime pour l'avarie et le manquant au chargement transporté est superflu, lorsque l'état des biens a été établi par les deux parties ensemble au moment de la réception des marchandises. Une expertise tenue à l'initiative du commissaire d'avarie en présence du commandant du navire et de l'agent maritime dans la cale du navire et au cours du déchargement, peut être considérée comme telle et déplace la charge de la preuve en matière de manquant et/ou d'avarie vers le transporteur maritime, qui est présumé responsable de manière irréfragable.

Zie voor een uitgebreide bespreking van artikel 91 van de Zeewet en de erin opgenomen aansprakelijkheids- en bewijslast­regeling het artikel van P. Verguts, “Actualia rechtspraak artikel 91 van de Zeewet”, gepubliceerd in dit nummer.