Article

Note, R.D.C.-T.B.H., 2007/5, p. 492

COMPÉTENCE
Compétence internationale - Convention de Bruxelles - Article 16 point 4 - Litiges en matière d'inscription ou de validité des brevets - Compétence exclusive du tribunal du lieu de dépôt ou d'enregistrement - Interprétation large - Action en déclaration de non-contrefaçon - Question de la validité du brevet soulevée à titre incident
L'article 16 point 4 de la convention du 27 septembre 1968 sur la compétence judiciaire et l'exécution des décisions en matière civile et commerciale, telle que modifiée en dernier lieu par la convention du 29 novembre 1996 relative à l'adhésion de la République d'Autriche, de la République de Finlande et du Royaume de Suède, doit être interprété en ce sens que la règle de compétence exclusive qu'il édicte concerne tous les litiges portant sur l'inscription ou la validité d'un brevet, que la question soit soulevée par voie d'action ou d'exception.
BEVOEGDHEID
Internationale bevoegdheid - Verdrag van Brussel - Artikel 16 punt 4 - Geschillen betreffende registratie of geldigheid van octrooien - Exclusieve bevoegdheid van gerecht van plaats van deponering en registratie - Ruime interpretatie - Rechtsvordering tot vaststelling van niet-inbreuk - Incidenteel opgeworpen kwestie van de geldigheid van een octrooi
Artikel 16 punt 4 van het verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zoals laatstelijk gewijzigd bij verdrag van 29 november 1996 inzake de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, moet aldus worden uitgelegd dat de hierin opgestelde exclusieve bevoegdheidsregel alle geschillen over de registratie of de geldigheid van een octrooi betreft, ongeacht of de kwestie bij wege van rechtsvordering dan wel exceptie wordt opgeworpen.

Voy. note K. Szychowska ci-après, p. 498.