Article

Rechtbank van koophandel Hasselt, 25/01/2006, R.D.C.-T.B.H., 2007/3, p. 293-294

Rechtbank van koophandel Hasselt 25 januari 2006

FACTUUR EN BESTELBON
Factuur - Bewijswaarde - Taalwetgeving
De Vlaamse taalwetten zijn van toepassing op akten en bescheiden die zijn voorgeschreven bij wet of reglement. Facturen, bestelbons en gelijkaardige documenten vallen onder de taalwetten in de mate het verplicht is ze af te leveren. De persoon van de bestemmeling of zijn woonplaats zijn irrelevant voor de bepaling van de vereiste taal van de factuur. In een verkeerde taal opgestelde documenten hebben geen uitwerking zolang zij niet vervangen zijn door regelmatig opgestelde documenten. Nu eiseres facturen in het Frans heeft opgesteld hoewel zij een onderneming met zetel in Vlaanderen is, kan zij haar vordering niet bewijzen aan de hand van die facturen.

FACTURE ET BON DE COMMANDE
Facture - Force probante - Législation linguistique
La législation linguistique flamande s'applique aux actes et documents qui sont prescrits par la loi ou des règlements. Des factures, des bons de commande et des documents semblables relèvent du champ d'application de la législation linguistique dans la mesure qu'il est obligé de les remettre. L'identité ou le domicile du destinataire ne sont pas pertinents pour la détermination de la langue dans laquelle la facture doit être rédigée. Les documents, qui étaient rédigés dans une langue autre que le Néerlandais, n'ont pas d'effet jusqu'à leur substitution par des documents régulièrement établis. Attendu que la partie demanderesse a rédigé les factures en français, bien qu'elle soit une entreprise ayant son siège en Flandre, elle ne peut pas prouver sa demande à l'aide de ces factures.

Bemal NV / Immoblilière de Messancy NV

Zet.: P. Vanhelmont (voorzitter), P. Driesen en L. Claes (rechters in handelszaken)
Pl.: Mrs. M. Witters en L. Santini loco X. Fossoul, R. Vanhoyland

Bij inleidend exploot van het ambt van gerechtsdeurwaarder J.-C. Landurcy te Luik van 19 december 2005 liet NV Bemal dagvaarding uitreiken aan Immobilière de Messancy teneinde deze te horen veroordelen tot betaling van € 9.919,01 meer gerechtelijke interesten aan de conventionele rentevoet van 10% op jaarbasis op € 8.507,96 en aan de gewone wettelijke interestvoet op € 850,78 en alle kosten.

Ter zitting van 18 januari 2006 is Mr. M. Witters verschenen voor eiseres en Mr. L. Santini loco X. Fossoul en R. Vanhoyland voor verweerster; zij hebben gepleit, Mr. L. Santini heeft een conclusie neergelegd; beide partijen hebben stukken neergelegd.

In feite

De rechtbank begrijpt de stukken in de Franse taal en waarvan partijen geen officiële vertaling neerlegden, zoals hierna blijkt.

Partijen sloten op 17 januari 2005 een geschreven overeenkomst (ondertekend door beide partijen) van onderaanneming in de Franse taal. Daarin is bedongen dat in geval van een geding enkel de rechtbanken van Luik bevoegd zijn.

Ten gevolge van die overeenkomst schreef Bemal een drietal facturen uit. De vermeldingen aan de voorzijde zijn in het Frans behoudens een kleine zin die de aandacht vestigt op de algemene voorwaarden op de achterzijde. Die algemene voorwaarden zijn in het Nederlands en in het Frans: zij voorzien onder meer in de bevoegdheid van de rechtbanken te Hasselt. Er ligt geen protest op die facturen voor.

Bij aangetekend schrijven van 20 september 2005 in het Frans (het bewijs van aangetekende verzending dateert van 21 september 2005) stelde Bemal in gebreke. Hierop ligt geen antwoord voor.

Op 17 november 2005 stelde de raadsman van Bemal aangetekend in gebreke. Ook dit schrijven is in het Frans. Er ligt geen protest voor.

Bemal ging op 19 december 2005 over tot dagvaarding.

Verweerster houdt voor:

- de vordering is onontvankelijk, want de facturatie is in het Frans opgesteld terwijl eiseres haar maatschappelijke zetel in Vlaanderen heeft; deze facturatie is nietig en de vordering niet toelaatbaar wegens strijdigheid met de wetgeving op het taalgebruik;

- partijen hebben een overeenkomst dat de rechtbanken van Luik bevoegd zijn en daarvan kan niet worden afgeweken;

- ondergeschikt bewijst Bemal niet dat de betwiste facturen werden overgemaakt aan verweerster; bovendien herinnert verweerster zich niet dat zij ingebrekestellingen van Bemal ontving; Bemal brengt geen ontvangstbewijs bij;

- minstens dient te worden vastgesteld dat partijen overeenkwamen dat er een inhouding van 10% op de facturen dient plaats te vinden.

Bemal repliceert dat het onzin is dat een factuur aan een Waalse onderneming in het Nederlands zou moeten worden verstuurd. Verweerster verzet zich tegen de neerlegging van de overeenkomst van 17 januari 2005, omdat deze in het Frans is gesteld en “omdat de taalwet zich verzet tegen het neerleggen van dit stuk zonder een officiële Franse vertaling”.

Beoordeling

De exceptie van onbevoegdheid werd niet in limine litis opgeworpen, nu verweerster eerst over de niet-ontvankelijkheid van de vordering conclusies heeft genomen. De exceptie van territoriale onbevoegdheid kan niet worden toegelaten, zodat deze rechtbank bevoegd is ratione loci.

Artikel 52 § 1 K.B. van 18 juli 1996 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken bepaalt dat akten en bescheiden die voorgeschreven zijn krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen ... moeten opgesteld zijn in de taal van het gebied waar hun exploitatiezetel of hun onderscheiden exploitatiezetels gevestigd zijn. Deze regel geldt voor “nijverheids-, handels- en financie­bedrijven”. Het decreet van de Nederlandstalige Cultuur­gemeenschap van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik der talen is nog duidelijker door de onregelmatig opgestelde stukken als absoluut nietig te aanzien zodat met de inhoud geen rekening kan worden gehouden tenzij die blijkt uit andere bewijsmiddelen.

De taalwetten zijn van toepassing op akten en bescheiden, die zijn voorgeschreven bij wet of reglement. Facturen, bestelbons, ontvangstbewijzen en andere dergelijke bescheiden vallen dus onder de toepassing van de taalwet in de mate dat het verplicht is ze te hebben of af te leveren. De persoon van de bestemmeling of zijn woonplaats is dus niet als criterium aangehouden ter beoordeling van de taal van de factuur (E. Dirix en G.L. Ballon, A.P.R., tw. De factuur, nr. 147). De wettekst is formeel en laat geen uitzondering toe, ook al wonen opsteller en geadresseerde in verschillende eentalige gebieden, zoals hier (E. Dirix en G.L. Ballon, A.P.R., tw. De factuur, ibid.). De Vaste Commissie van Taaltoezicht heeft zich duidelijk in deze zin uitgesproken. Een factuur moet, voor wat de wettelijke vermeldingen betreft, in het Nederlands opgesteld worden krachtens het decreet van 19 juli 1973 (E. Dirix en G.L. Ballon, A.P.R., tw. De factuur, ibid. en de referenties aldaar).

Wanneer deze bescheiden naar de vorm in strijd zijn met de verplichting van de taal van de exploitatiezetel te gebruiken, moeten zij door de betrokken bedrijven door bescheiden vervangen worden, die naar de vorm wel regelmatig zijn. De vervanging van de bescheiden en handelingen heeft uitwerking op de datum van het vervangen bescheid (art. 59 K.B. 18 juli 1966). Daar de akte in de verkeerde taal moest vervangen worden en de vervanging uitwerking zou hebben vanaf haar datum, hebben de oorspronkelijke stukken geen uitwerking gehad en zijn ze niet geldig. Die akten kunnen niet tussen partijen worden ingeroepen, zolang er geen vertaling gebeurt (E. Dirix en G.L. Ballon, A.P.R., tw. De factuur, nr. 151).

Eiseres kan zich dus niet baseren op de facturen (zie in dezelfde zin Kh. Hasselt (4de k.) 23 mei 2004, niet gepubl. inzake G.R.L. NV/AG Interseroh Belgique, bevestigd door Antwerpen (4debis k.) 19 januari 2004, niet gepubl.). Nu zij haar vordering op geen andere wijze bewijst, is de eis ongegrond.

(...)

Om deze redenen,

beslist de rechtbank, na beraadslaging, op tegenspraak:

verklaart de eis toelaatbaar, maar ongegrond,

(...)