Article

Jurisprudence commentée en Droit bancaire et financier, R.D.C.-T.B.H., 2005/2, p. 139

Jurisprudence commentée en Droit bancaire et financier

Becommentarieerde rechtspraak in Bank- en Financieel Recht

Jean-Pierre Buyle et Martine Delierneux
AVANT-PROPOS

Les opérations de banque et de crédit continuent à remplir les rôles et à préoccuper les prétoires.
En ce qui concerne les opérations en compte, les responsabilités en cas d'usage abusif d'instruments de paiement sont à l'honneur dans cette chronique [1]. Il a été jugé qu'un banquier qui ne vérifie pas l'identité d'une personne présentant un chèque dont le montant est supérieur à 10.000 EUR peut engager sa responsabilité à l'égard du titulaire du carnet de chèque, en cas de vol et d'usage abusif (décision 2).
Deux décisions analysent par ailleurs les conséquences de la faute du titulaire du compte sur les responsabilités en matière de virements falsifiés (décision 3) et d'usage abusif d'une carte de crédit (décision 4).
En matière de crédit, le contentieux relatif aux indemnités de remploi et de funding loss a pris une place significative. Nous avons choisi de commenter un arrêt exemplatif de la Cour d'appel d'Anvers (décision 6).
En droit financier, deux décisions ont retenu notre attention. L'une se prononce sur les conséquences d'une décision d'un gouvernement étranger de supprimer la convertibilité de sa monnaie, en matière de contrat de change de devises à terme (décision 8). L'autre étudie les responsabilités en matière de conseil en placements et plus particulièrement l'inapplicabilité de l'article 36 de la loi du 6 avril 1995 à un tel contrat (décision 5).
VOORWOORD

De bank- en kredietverrichtingen blijven de rollen vullen en de rechtbanken bezit houden.
Wat betreft de rekeningverrichtingen bekleden in deze kroniek de aansprakelijkheden in geval van misbruik van betaalinstrumenten de ereplaats [2]. Er werd geoordeeld dat een bankier die niet de identiteit verifieert van een persoon die een cheque van meer dan 10.000 EUR aanbiedt, aansprakelijk kan zijn ten aanzien van de titularis van het chequeboekje, in geval van diefstal en misbruik (beslissing nr. 2).
Twee beslissingen analyseren overigens de gevolgen van de fout van de titularis van de rekening op de aansprakelijkheid inzake vervalste overschrijvingen (beslissing nr. 3) en misbruik van een kredietkaart (beslissing nr. 4).
Inzake kredieten, hebben de geschillen met betrekking tot wederbeleggingsvergoedingen en funding loss een belangrijke plaats ingenomen. Wij zullen een voorbeeldig arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen becommentariëren (beslissing nr. 6).
In het financieel recht trekken twee beslissingen onze aandacht. De eerste spreekt zich uit over de gevolgen van een beslissing van een buitenlandse regering om de convertibiliteit van haar munt af te schaffen, inzake termijnwisselovereenkomsten (beslissing nr. 8). De andere onderzoekt de aansprakelijkheid inzake beleggingsadvies en in het bijzonder de niet-toepasselijkheid van artikel 36 van de Wet van 6 april 1995 op zo'n overeenkomst (beslissing nr. 5).
[1] Pour nos précédentes chroniques, cons. R.D.C. 1997/12, pp. 735-803; R.D.C. 1998/12, pp. 782-859; R.D.C. 1999/1, pp. 22-27; R.D.C. 1999/10, pp. 677-738; R.D.C. 2000/11, pp. 673-746; R.D.C. 2001/12, pp. 779-862; R.D.C. 2003/1, pp. 1-75; R.D.C. 2004/2, pp. 136-198 pour celles écrites par J.-P. Buyle et X. Thunis, cons. R.D.C. 1992/11, pp. 952-1016; R.D.C. 1993/11, pp. 978-1071; R.D.C. 1994/12, pp. 1057-1146; R.D.C. 1995/12, pp. 999-1068; R.D.C. 1996/12, pp. 1025-1120.
[2] Voor onze vorige kronieken, zie T.B.H. 1997/12, p. 735-803; T.B.H. 1998/12, p. 782-859; T.B.H. 1999/1, p. 22-27; T.B.H. 1999/10, p. 677-738; T.B.H. 2000/11, p. 673-746; T.B.H. 2001/12, p. 779-862; T.B.H. 2003/1, p. 1-75; T.B.H. 2004/2, p. 136-198 voor deze beschreven door J.-P. Buyle en X. Thunis, zie T.B.H. 1992/11, p. 952-1016; T.B.H. 1993/11, p. 978-1071; T.B.H. 1994/12, p. 1057-1146; T.B.H. 1995/12, p. 999-1068; T.B.H. 1996/12, p. 1025-1120.