Article

Noot, R.D.C.-T.B.H., 2005/10, p. 1095

VERZEKERING
Aansprakelijkheidsverzekering - Autoverzekering - Verhaal verzekeraar - Bestaan verzekeringsovereenkomst
De uitoefening van het recht van verhaal is gesteund op de verzekeringsovereenkomst en niet op artikel 88 lid 1 Wet Landverzekeringsovereenkomst. Bovendien impliceert het loutere feit dat een verzekeringsovereenkomst is afgesloten niet dat de bepalingen van de modelovereenkomst motorrijtuigenverzekering van toepassing zijn.
Nu de verzekeraar niet aantoont dat hij met verweerder een verzekeringsovereenkomst afsloot waarin hij conform de modelovereenkomst een recht van verhaal heeft voorbehouden, is het verhaal ongegrond.
UITGAVEN EN KOSTEN
Verwijzing in de kosten - Ten laste van de verliezende partij - Kosten en ereloon advocaat - Artikel 1382 B.W. - Fout - Noodzakelijk karakter - Geen automatisme - Gerechtskosten
De verzekeraar die een verhaal uitoefent gebaseerd op de houding en het rijgedrag van verweerder in de betrokken zaak, kan niet verweten worden dat hij niet gehandeld heeft zoals een normaal, zorgvuldig en omzichtig verzekeraar geplaatst in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan. De vordering van verweerder tegen de WAM-verzekeraar tot terugbetaling van de kosten en ereloon van zijn advocaat op grond van artikel 1382 B.W. is derhalve ongegrond.
Zelfs in geval het arrest van het Hof van Cassatie van 2 september 2004 toepasselijk zou zijn in het buitencontractueel kader, kunnen enkel in een welbepaalde concrete (blijkbaar bijzonder ingewikkelde) casus het honorarium en de advocaatkosten die een benadeelde heeft betaald door de feitenrechter aanvaard worden als een onderdeel van de schade van die benadeelde, voor zover zij een “noodzakelijk” karakter vertonen.
De advocaatkosten die verweerder betaalt zijn niet te aanzien als schade die voortvloeit uit een tegen hem ingestelde ongegronde vordering maar als gerechtskosten die in de huidige stand van de wetgeving niet recupereerbaar zijn.
ASSURANCE
Assurance responsabilité - Assurance auto - Recours de l'assureur - Existence du contrat d'assurance
L'exercice du droit de recours est fondé sur le contrat d'assurance et non sur l'article 88 alinéa 1 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre. En outre, le simple fait qu'un contrat d'assurance a été conclu n'implique pas que les dispositions du contrat-type assurance véhicules automoteurs sont applicables.
Vu que l'assureur ne démontre pas qu'il a conclu un contrat d'assurance avec la partie défenderesse dans lequel il s'est réservé un droit de recours conformément au contrat-type, le recours est non fondé.
DÉPENS ET FRAIS
Condamnation aux dépens - A charge de la partie perdante - Frais et honoraires d'avocat - Article 1382 C. civ. - Faute - Caractère nécessaire - Pas d'automaticité - Frais judiciaires
On ne peut pas reprocher à l'assureur qui exerce un recours basé sur l'attitude et le comportement au volant de la partie défenderesse dans l'affaire concernée de n'avoir pas agi comme un assureur normalement prudent et diligent placé dans les mêmes circonstances. L'action de la partie défenderesse contre l'assureur auto en remboursement des frais et honoraires de son avocat sur base de l'article de 1382 C. civ. est par conséquent non fondée.
Même dans le cas où l'arrêt de la Cour de cassation de 2 septembre 2004 serait applicable dans le cadre extra-contractuel, ce n'est que dans un cas concret spécifique (apparemment particulièrement complexe) que les honoraires et les frais d'avocat qu'une personne lésée a payés, “ peuvent” être acceptés par le juge des faits comme étant un élément du dommage de cette personne lésée, pour autant qu'ils présentent un caractère “nécessaire”.
Les frais d'avocat que paie la partie défenderesse ne doivent pas être considérés comme des dommages qui résultent d'une action intentée contre lui de manière injustifiée mais comme des dépens qui ne peuvent, dans l'état actuel de la législation, faire l'objet de répétition.

Voor een recente uitvoerige bespreking van de huidige rechtspraak en rechtsleer inzake de verhaalbaarheid van kosten en erelonen van raadslieden, zie o.m. B. De Temmerman, “De verhaalbaarheid van kosten van juridische en technische bijstand na het arrest van het Hof van Cassatie van 2 september 2004”, in X., Recht in beweging, 12de VRG-alumnidag 2005, Antwerpen, Maklu, 2005, 245-278; H. De Rode en J. George, “Vae victis! La répétibilité des honoraires d'avocat”, De Verz. 2005, 251-269; C. Van Schoubroeck en A. De Graeve, “Rechtsbijstandsverzekering: stand van zaken en actualia”, in X. (ed.), CBR Jaarboek 2004-2005, Antwerpen, Maklu, 2005, 548-568.