Article

Noot, R.D.C.-T.B.H., 2005/10, p. 1079

VERZEKERING
Verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor plaatsen toegankelijk tot het publiek - Objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing - Verjaring - Begrip gewoonlijk voor publiek toegankelijke inrichting - Begrip derden
Krachtens artikel 8bis § 5 lid 1 wet van 30 juli 1979 stuit de tijdig ingestelde vordering van de benadeelde tegen de verzekerde, tevens de verjaring van de rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekeraar objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing.
Een garage voor herstelling van auto's is een voor het publiek toegankelijke inrichting in de zin van het K.B. van 28 februari 1991 tot uitvoering van de wet van 30 juli 1979.
Het begrip “gewoonlijk” voor het publiek toegankelijke inrichting vereist geenszins dat de inrichting daadwerkelijk toegankelijk was op het ogenblik van de brand of ontploffing, noch dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen de ruimten binnen de inrichting die toegankelijk zijn voor het publiek en de ruimten die dat niet zijn.
Het begrip derden in de zin van de wet van 30 juli 1979 doelt op alle personen die door een schadegeval worden benadeeld en op wie de objectieve aansprakelijkheid niet rust, ongeacht of ze zich buiten of binnen de inrichting bevinden, of ze zich daar toevallig bevinden dan wel blijvend gevestigd zijn, dus ook buren, voorbijgangers en zelfs de eigenaar van het gebouw dat door de inrichting gehuurd of gebruikt wordt of andere personen die in een contractuele relatie staan met de inrichting. De benadeelden van wie het voertuig in de garage stonden en door de brand vernield werd, moeten worden beschouwd als derden die materiële schade lijden die voor vergoeding vatbaar is in de zin van bedoelde wet.
BEWIJS
Bekentenis - Fout van een verzekerde niet bewezen
De verwijzing in de conclusie van de verzekerde, tot staving van de vordering tot gedwongen tussenkomst en vrijwaring van de verzekeraar objectieve aansprakelijkheid brand en ontploffing, dat de wet betreffende de objectieve aansprakelijkheid toepassing zou vinden in casu, kan niet beschouwd worden als een erkenning van aansprakelijkheid in hoofde van de verzekerde.
VERZEKERING
Verzekeringsovereenkomst - Uitsluiting van de waarborg - Verval of verlies van recht op schadevergoeding
De verzekeraar kan niet tegen de verzekerde inroepen dat hij ontheven is van zijn verplichtingen om reden dat de verzekerde zonder zijn toestemming de benadeelden reeds heeft vergoed, nu in casu de verzekerde ingevolge de pertinente weigering van de verzekeraar om in te gaan op de eis van de benadeelden wilde vermijden dat de benadeelden de leveringen en financieringen zouden stopzetten en de betaling uitvoerde onder voorbehoud van alle rechten en zonder enige nadelige erkenning.


ASSURANCE
Assurance de responsabilité obligatoire pour les lieux accessibles au public - Responsabilité objective en cas d'incendie et d'explosion - Prescription - Notion d'établissement habituellement accessible au public - Notion de tiers
En vertu de l'article 8bis § 5 alinéa 1er de la loi du 30 juillet 1979, l'action intentée dans les délais par une personne lésée contre l'assuré interrompt également la prescription de l'action judiciaire de la personne lésée contre l'assureur de la responsabilité objective incendie et explosion.
Un garage affecté à la réparation des voitures est un établissement habituellement accessible au public au sens de l'A.R. d'exécution du 28 février 1991 de la loi du 30 juillet 1979.
La notion d'établissement “habituellement” accessible au public n'exige nullement que l'établissement ait été effectivement accessible au moment de l'incendie ou de l'explosion, ni qu'une distinction doive être faite entre les espaces au sein de l'établissement qui sont accessibles au public et les espaces qui ne le sont pas.
La notion de tiers au sens de la loi du 30 juillet 1979 vise toutes les personnes qui sont des personnes lésées par un dommage et sur lesquelles la responsabilité objective ne repose pas, indépendamment qu'elles se trouvent à l'extérieur ou à l'intérieur de l'établissement, ou qu'elles s'y trouvent fortuitement plutôt que d'y être établies en permanence, et donc également les voisins, les passants et même le propriétaire du bâtiment qui est loué ou utilisé par l'établissement ou d'autres personnes qui se trouvent dans une relation contractuelle avec l'établissement. Les personnes lésées dont le véhicule se trouvait dans le garage et qui a été détruit par l'incendie, doivent être considérées comme des tiers qui ont subi le dommage matériel qui est susceptible d'être indemnisé au sens de ladite loi.
PREUVE
Aveu - Faute non prouvée d'un assuré
La référence dans la conclusion de l'assuré, pour étayer l'action en intervention forcée et la décharge de l'assureur couvrant la responsabilité objective en cas d'incendie ou d'explosion, au fait que la loi relative à la responsabilité trouverait à s'appliquer en l'espèce, ne peut pas être considérée comme une reconnaissance de responsabilité dans le chef de l'assuré.
ASSURANCE
Contrat d'assurance - Exclusion de garantie - Déchéance ou perte du droit à l'indemnisation
L'assureur ne peut pas invoquer contre l'assuré qu'il est déchargé de ses obligations au motif que l'assuré a déjà dédommagé les personnes lésées sans son autorisation, vu qu'en l'espèce, l'assuré, en conséquence du refus pertinent de l'assureur de donner suite à la prétention des assurés, a voulu éviter que les personnes lésées n'interrompent les livraisons et les financements et qu'il a effectué le paiement sous toutes réserves et sans la moindre reconnaissance préjudiciable.
C. Van Schoubroeck

1.Ingevolge de wijziging van de Wet Landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 bij wet van 22 augustus 2002 geldt overeenkomstig artikel 35 § 3bis thans uitdrukkelijk voor alle aansprakelijkheidsverzekeringen dat (i) de stuiting of schorsing van de verjaring van de rechtsvordering van de benadeelde tegen een verzekerde stuiting of schorsing van de verjaring van de rechtsvordering tegen de verzekeraar tot gevolg heeft en (ii) stuiting of schorsing van de verjaring van de rechtsvordering van de benadeelde tegen de verzekeraar heeft stuiting of schorsing van de verjaring van zijn rechtsvordering tegen de verzekerde tot gevolg [1].

2.Met betrekking tot de toepassing na de wettelijke regeling inzake objectieve aansprakelijkheid voor brand en ontploffing in voor gewoonlijk voor het publiek toegankelijke inrichtingen en de verplichte verzekering ervan, blijft rechtsonzekerheid, zoals blijkt in enkele recente schadegevallen [2].

[1] Zie betreffende deze wetswijzigingen o.m. A. De Graeve, “Recente wijzigingen aan de wet landverzekeringsovereenkomst, de wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en het bonus-malusstelsel”, in C. Van Schoubroeck (ed.), BA-autoverzekering: van Europese vierde richtlijn naar Belgische strijd tegen niet verzekering, Antwerpen, Maklu, 2004, 342; V. Callewaert, “Les modifications apportées à la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre par les lois des 2 et 22 août 2002”, R.G.A.R. 2003, nr. 13.733.
[2] Zie hierover o.m. H. Claassens, “La responsabilité objective et l'assurance obligatoire en cas d'incendie ou d'explosion frappant des établissements habituellement accessibles au public”, in Mélanges offerts à Marcel Fontaine, Brussel, Larcier, 2003, 603-631; C. Van Schoubroeck, “Objectieve aansprakelijkheid en verzekeringsplicht bij schade door rampen. Een Belgische case-study”, in A. Akkermans en E. Brans (eds.), Aansprakelijkheid en schadeverhaal bij rampen, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2002, 145-170; J. Machiels en L. Bouteligier, “Enkele bedenkingen bij artikel 45 van de wet van 25 juni 1992 op de brandverzekeringsovereenkomst”, in Liber Amicorum Jozef Van den Heuvel, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen, 1999, 253-256.