Article

Hof van Beroep Gent, 23/04/2003, R.D.C.-T.B.H., 2004/6, p. 579-581

Hof van Beroep Gent 23 april 2003

OVEREENKOMSTEN
Reiscontract - Aansprakelijkheid reisbemiddelaar - Verjaring
Contractpartijen kunnen de toepasselijkheid van de specifieke bepalingen van de Reiscontractenwet op hun overeenkomst bedingen.
De reisbemiddelaar die nalaat naam en adres van de reisorganisator duidelijk en volledig te vermelden, wordt beschouwd als reisorganisator (art. 23, § 4 van de Wet van 16 februari 1994).
De vordering in vrijwaring van de reisbemiddelaar tegen de reisorganisator verjaart overeenkomstig de bepalingen van artikel 30 van de Wet van 16 februari 1994.
CONTRATS
Contrat de voyage - Responsabilité de l'intermédiaire de voyage - Prescription
Lors de la formation du contrat, les parties peuvent stipuler l'application de certaines dispositions spécifiques de la loi sur les contrats de voyage.
L'intermédiaire de voyage qui néglige de mentionner clairement et complètement le nom et l'adresse de l'organisateur de voyage est considéré comme l'organisateur de voyage (art. 23, § 4 de la loi du 16 février 1994).
L'action en garantie de l'intermédiaire de voyage contre l'organisateur de voyage se prescrit conformément aux dispositions de l'article 30 de la loi du 16 février 1994.

BVBA Apollo Travel / Declercq en NV Sun International Holiday

Zet.: D. Floren (alleenzetelend raadsheer)
Pl.: D. De Lange, L. Blockeel, F. Batsleer en J. Lammens

Het hof heeft in openbare terechtzitting de partijen in hun middelen en conclusies gehoord, alsmede de stukken ingezien.

Het tijdig en op rechtsgeldige wijze ingesteld hoger beroep betreft het vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Gent, derde kamer, van 28 mei 2002.

1. Voorgaanden

1. Op 3 maart 1999 boekt Geert Declercq (eerste geïntimeerde) bij Apollo Travel (appellante) een vakantie in Frankrijk, bestaande uit een zevendaags verblijf (van 31 juli tot 7 augustus 1999) in Saint-Tropez en daaropvolgend een zevendaags verblijf (van 7 tot 14 augustus 1999) in Théoule- sur-mer, respectievelijk voor de som van 103.040 frank (= € 2.554,29) en 70.930 frank (= € 1.758,31), hetzij, rekening houdend met bepaalde toeslagen, samen 176.227 frank (= € 4.368,55). Deze verblijven worden gekozen uit de brochures 'autovakanties' van All Seasons, voor wat betreft Saint- Tropez, en, Sunair, behorend tot de groep van reisorganisator Sun International Holiday (tweede geïntimeerde), voor wat betreft Théoule-sur-mer.

Declercq, die zich er over dat beklaagt dat het aangeboden logies in Théoule-sur-mer niet overeenstemde met de beschrijving in de catalogus en de woning in een onaanvaardbaar vervuilde toestand verkeerde, waardoor het verblijf werd ingekort, vordert met dagvaarding van 30 mei 2000 een vergoeding van 181.650 frank (= € 4.502,99) van Apollo Travel, die vrijwaring vordert van Sun International Holiday, nadat deze bij verzoekschrift van 10 juli 2000 vrijwillig in het geding was tussengekomen.

2. De eerste rechter is van oordeel dat Apollo Travel is opgetreden als organisator van de reis en als zodanig aansprakelijk is voor het mislopen ervan. Zij wordt veroordeeld tot betaling van € 2.515,67 schadevergoeding, terwijl de verjaring wordt vastgesteld van haar vordering in vrijwaring tegen Sun International Holiday.

3. Apollo Travel stelt hoger beroep tegen deze beslissing in omdat zij als reisagent het verblijf niet heeft georganiseerd. Volgens haar is enkel de reisorganisator, Sunair, verantwoordelijk voor de goede uitvoering van het reiscontract. Subsidiair betwist zij de schade en meent zij dat de toegekende vergoeding overdreven is. Eveneens ondergeschikt, herneemt zij haar vordering in vrijwaring tegen Sun International Holiday.

4. Declercq besluit tot de afwijzing van het hoger beroep en vordert bij incidenteel beroep een vergoeding van € 4.513,37 (enkel ten aanzien van Apollo Travel).

5. Sun International Holiday gedraagt zich naar het oordeel van het hof, wat de vordering van Declercq tegen Apollo Travel betreft, en vordert de afwijzing van het hoger beroep, voor zover dit betrekking heeft op de vordering in vrijwaring.

2. Bespreking

1. Declercq heeft geen klachten over het verblijf te Saint- Tropez. Wat Théoule-sur-mer betreft, boekte hij twee vakantiehuizen (type B en C) voor 8 personen in de residentie 'Les Mas de la Mer', voorgesteld op pagina 401 van de brochure 'Sunair Autovakanties'.

Hij beklaagt er zich over dat, bij aankomst in de residentie in Théoule-sur-mer, het hem aangeboden verblijf in een dermate verwaarloosde staat verkeerde, dat het onaanvaardbaar was als vakantieverblijf. Hij verwittigde Apollo Travel hiervan en deed zijn beklag bij de plaatselijke verantwoordelijke, die hem echter geen ander verblijf kon aanbieden. Daarop verlieten hij en zijn reisgezellen deze residentie en gingen zij op zoek naar een andere verblijfsmogelijkheid.

Thuis gekomen herhaalde Declercq zijn klachten, die door Apollo Travel werden overgemaakt aan Sun International Holiday. Hij vorderde vergoeding voor de verloren reiskosten en de bijkomende uitgaven. Het kwam echter niet tot een vergelijk.

2. Vooraleer de rechtsverhoudingen tussen partijen te onderzoeken, dient te worden nagegaan welke wettelijke bepalingen op onderhavig geschil van toepassing zijn.

Waar de eerste rechter is ingegaan op de door Sun International Holiday opgeworpen exceptie van verjaring, blijkt hij (minstens impliciet) de toepasselijkheid te hebben aanvaard van de Reiscontractenwet van 16 februari 1994, aangezien de ingeroepen verjaring gesteund was op artikel 30.2 van deze wet.

Hoewel er in de rechtsleer twijfel bestaat of autovakanties naar de letter van de wet voldoen aan de definities van artikel 1.1° van de wet, dient de toepasselijkheid ervan op onderhavige casus te worden bevestigd. De overeenkomst tussen partijen werd immers gesloten op basis van de voorwaarden van de brochure 'Sunair Autovakanties', waaruit blijkt dat de specifieke bepalingen van de Reiscontractenwet conventioneel van toepassing zijn (art. 1 van de algemene reisvoorden, p. 477). Overigens uit geen van de partijen hierop enige kritiek, terwijl zij in hun appèlconclusies allen zelf ook verwijzen naar de Reiscontractenwet.

3. Waar Sun International Holiday de reisorganisator is, in de zin van de Reiscontractenwet, is Apollo Travel, als reisagent, een reisbemiddelaar.

De klachten van Declercq hebben geen betrekking op de reisbemiddeling (de verplichting om informatie te verstrekken en de raadgevingsverplichting), maar op de uitvoering van het reiscontract (de verplichting de diensten te verstrekken, in casu een logies, die aan de normale verwachtingen van de klant beantwoorden).

In principe is uitsluitend de reisorganisator, en niet de reisbemiddelaar, aansprakelijk voor de goede uitvoering van het reiscontract. Deze regel lijdt uitzondering in twee gevallen: wanneer de reisbemiddelaar handelt namens een buitenlandse touroperator of wanneer de werkelijke reisorganisator op de bestelbon onduidelijk is aangeduid, wordt de reisbemiddelaar beschouwd als reisorganisator.

Artikel 23, § 4 van de wet schrijft voor dat het contract, benevens de naam en het adres van de reisorganisator, ook de naam en het adres van de reisbemiddelaar en zijn optreden namens de reisorganisator vermeldt. Zo de reisbemiddelaar deze verplichting niet naleeft, wordt hij als reisorganisator beschouwd.

Te dezen blijkt het contract tussen partijen uit de bestelbon van 3 maart 1999, ondertekend door Declercq ('klant') en Apollo Travel ('agent').

De vermelding van de hoedanigheid van Apollo Travel als 'agent' en de verwijzing naar 'All Seasons' en 'Sunair' bij de beschrijving van de accommodatie, waarop het contract betrekking heeft, voldoen niet aan de voorschriften van artikel 23, § 4 van de wet. Naam en adres van de reisorganisator (in casu waren het er twee) dienen duidelijk en volledig te worden vermeld, zodat de klant, onder meer in geval van betwisting, weet tot wie hij zich moet richten.

Bijgevolg moet worden besloten dat Apollo Travel, op grond van voormelde wetsbepaling, als reisorganisator moet worden beschouwd en derhalve aansprakelijk kan worden gesteld voor de uitvoering van het reiscontract.

  1. 4. Aan de waarachtigheid en de ernst van de klachten van Declercq kan niet worden getwijfeld. Hij heeft aan alle op hem rustende verplichtingen voldaan door:

  2. reeds ter plaatse onmiddellijk te protesteren;
  3. bewijsmateriaal te verzamelen door foto's te nemen van de staat, waarin de woning zich bevond;
  4. bij zijn thuiskomst onmiddellijk een schriftelijk en omstandig gemotiveerd protest aan Apollo Travel te doen toekomen.

De beweringen van de vertegenwoordiger ter plaatse van Sun International Holiday zijn manifest strijdig met de werkelijkheid, nu, enerzijds, de voorgelegde omslag van 'Accueil Lagrange' van residentie Les Mas de la Mer in Théoule-sur-mer, aantoont dat Declercq zich aldaar wel degelijk bij de receptie heeft aangeboden, terwijl, anderzijds, de foto's het bewijs leveren dat het aan Declercq toegewezen logies in een onaanvaardbare staat verkeerde en tegenspreken dat alle huisjes onlangs gerenoveerd waren.

Het gemotiveerd en met bewijsstukken gestaafd protest van Declercq werd nimmer weerlegd en er is geen enkel bewijs dat op korte termijn (het betrof slechts een verblijf van een week) aan de bestaande toestand kon worden verholpen, in de veronderstelling dat de bereidheid daartoe zou hebben bestaan, hetgeen althans niet blijkt uit de reactie van de verantwoordelijke ter plaatse.

Wat de bedragen betreft, kunnen vooreerst de terugbetaling van het verblijf in Théoule-sur-mer, € 1.758,06, en de overnachtingskosten na het vertrek aldaar (in Aix-en-Provence), € 257,61, worden weerhouden.

Verlies aan verse en diepvriesproducten komt niet bewezen voor, temeer daar betrokkenen reeds een zevendaags verblijf op een andere locatie achter de rug hadden. Het huren van een voertuig is een kost, die geen verband houdt met de gebrekkige uitvoering van het reiscontract.

Nu Declercq en zijn reisgezellen de verhoopte vakantie hebben moeten ontberen, kan hun een vergoeding wegens derving van het reisgenot, die een andere schade dekt dan de verloren reiskosten (en trouwens uitdrukkelijk wordt voorzien in art. 19, § 4 van de wet), worden toegekend. Het gevorderd bedrag is echter overdreven. Het door de eerste rechter begroot bedrag is verantwoord.

Dienvolgens moet het ten laste van Apollo Travel weerhouden bedrag, € 2.515,67, worden bevestigd.

5. Ook de beslissing over de vordering in vrijwaring dient te worden bevestigd.

Krachtens artikel 30, § 2 van de Reiscontractenwet, verjaren de vorderingen waartoe een contract, waarop deze wet toepasselijk is, aanleiding kunnen geven, na een termijn van één jaar, die begint te lopen vanaf de datum, die in het contract is bepaald voor het einde van de prestatie, die aanleiding heeft gegeven tot het geschil.

Het verblijf van Declercq verstreek op 14 augustus 1999, zodat de verjaringstermijn vanaf deze datum begon te lopen om op 14 augustus 2000 te verstrijken.

Hoewel Sun International Holiday reeds bij verzoekschrift van 10 juli 2000 in de procedure is tussengekomen en zowel Declercq als Apollo Travel bijgevolg de mogelijkheid hadden om, voor de verjaring zou worden bereikt, een vordering tegen haar in te stellen, heeft Apollo Travel pas in conclusies van 28 november 2000 een vordering in vrijwaring gesteld tegen Sun International Holiday. Deze vordering is verjaard.

De stelling dat de vordering in vrijwaring als een accessorium van de (niet-verjaarde) hoofdvordering zou moeten beschouwd worden en deze daarom als zodanig evenmin zou verjaard zijn, kan niet worden bijgetreden.

Besluit: de hogere beroepen zijn ongegrond.

Op deze gronden,

Het hof,

(...)