Actualiteit

Algemeen handelsrecht

Welke vergoeding kan de handelsagent vorderen bovenop de uitwinningsvergoeding? – Cass. 28 juni 2021

Krachtens artikel X.19 WER kan de handelsagent die op het einde van de overeenkomst recht heeft op een uitwinningsvergoeding (maximum 1 jaar commissie) een bijkomende schadevergoeding vorderen, indien de uitwinningsvergoeding de werkelijk geleden schade niet vergoedt.

Verwijzend naar het arrest Quenon van het Hof van Justitie herhaalt het Hof van Cassatie in een arrest van 18 juni 2021 dat deze bijkomende schadevergoeding slechts een schade kan dekken die verschilt van de schade die wordt gedekt door de uitwinningsvergoeding. De bijkomende vergoeding mag dus geen bijkomende cliënteelvergoeding zijn.

Hot Hof van Cassatie oordeelt daarenboven dat deze bijkomende schadevergoeding“slechts betrekking kan hebben op kosten die de handelsagent op grond van een contractuele verplichting of op advies van de principaal ten behoeve van de uitvoering van de overeenkomst op zich heeft genomen, en niet op de kosten die hij vrijwillig en op eigen initiatief heeft gemaakt.” Het Hof leidt dit af uit de doelstellling van de wet: “de handelsagent in zijn betrekkingen met de principaal te beschermen en de rechtszekerheid in het handelsverkeer te bevorderen.”

Het Hof van Cassatie vernietigt aldus een arrest van het Hof van beroep te Antwerpen, dat had geoordeeld dat een bankagent als bijkomedne vergoeding aanspraak kon maken op alle nog niet afgeschreven en nutteloos geworden investeringskosten die hij had gemaakt om de agentuurovereenkomst uit te voeren, ongeacht of deze kosten het gevolg waren van een verplichting of een druk uitgeoefend door de principaal.

Comments are closed.