In een arrest van 18 juni 2018 bevestigt het Hof van Cassatie dat financieel onvermogen geen overmacht kan uitmaken, ook al is het onvermogen te wijten aan externe omstandigheden die voor de schuldenaar overmacht uitmaken. Met andere woorden uit het onvermogen om een geldschuld te voldoen kan de schuldenaar logischerwijze niet afleiden dat hij bevrijd is van deze betalingsverbintenis. Ook de Memorie van Toelichting van het voorontwerp van nieuw Burgerlijk Wetboek vermeldt dat overmacht niet aan de orde is wanneer de verbintenis de betaling van een geldschuld tot voorwerp heeft, al wordt dit niet uitdrukkelijk opgenomen in het Burgerlijk Wetboek.
Het Hof van Cassatie vernietigt een arrest van het hof van beroep te Antwerpen dat een onderneming van een kredietschuld had bevrijd. Het hof van beroep had geoordeeld dat bij soortzaken – en in het bijzonder geldschulden – een beroep op overmacht niet kan worden uitgesloten en de schuldenaar bevrijd was van zijn verbintenis tegenover de kredietverlenende bank omdat de definitieve onmogelijkheid tot betaling het gevolg was van een brand, en hij alle inspanningen ten spijt er niet in geslaagd was om de bank te betalen.