Actualiteit

Algemeen handelsrecht

De hoedanigheid van bewaarder van een gebrekkige zaak (art. 1384 BW) wordt beoordeeld op het ogenblik van de schade (niet op het ogenbik van het ontstaan van het gebrek – Cass. 22 februari 2018

Krachtens artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek, is men aansprakelijk voor schade veroorzaakt door zaken die men onder zijn bewaring heeft. De bewaarder van een zaak in de zin van artikel 1384, eerste lid, Burgerlijk Wetboek, is degene die voor eigen rekening ervan gebruik maakt, het genot ervan heeft of ze onder zich houdt, met de mogelijkheid er toezicht, leiding en controle op uit te oefenen. In een arrest van 22 februari 2018 (C.17.0313.N) preciseerde het Hof van Cassatie dat de hoedanigheid van bewaarder beoordeeld moet worden op het ogenblik van het ontstaan van de schade en niet op het ogenblik van het ontstaan van het gebrek.

Het Hof verbreekt een beslisisng van het hof van beroep van Antwerpen waarin de eigenaars op het ogenblik van een bodemverontreiniging gekwalificeerd werden als de bewaarders, ongeacht het feit dat nadein een einde is gekomen aan hun eigendomsrecht en ongeacht het feit dat de schade pas ontstaan is door en ten gevolge van een sanering.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *