Actualiteit

Insolventie

KB betreffende het Nationaal Pandregister: een nieuwe stap naar de inwerkingtreding van de Pandwet

Vandaag is het KB van 14 september 2017 gepubliceerd tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het burgerlijk wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen.

Het Nationaal Pandregister is een essentieel element van de nieuwe Pandwet, waarin publiciteit en transparantie centraal staan. Daarom wordt in het KB een meer gedetailleerde regeling uitgewerkt voor o.m.: de registratie (hoofdstuk III), de wijziging, vernieuwing of verwijdering van registraties (hoofdstuk IV), de raadpleging van het Pandregister (hoofdstuk V) en de retributies (hoofdstuk VII). Hoewel de naam dit niet doet vermoeden, zal men in het Pandregister ook het eigendomsvoorbehoud kunnen registreren en consulteren.

Voor de raadpleging van het Pandregister moet het KB een balans vinden tussen de onbeperkte toegang tot het Pandregister (artikel 34 Pandwet) en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van diegene wiens informatie in het Pandregister is geregistreerd. Artikel 11 van het KB voorziet dat de pandgever en koper onder eigendomsvoorbehoud een raadplegingsgeschiedenis kunnen opvragen van de afgelopen zes maanden. Zo kunnen pandgevers en kopers opvolgen wie hun informatie heeft opgevraagd en in handen heeft. Daarnaast, stelt artikel 12 KB dat oneigenlijk en commercieel gebruik van de uit het pandregister ingewonnen gegevens een inbreuk uitmaakt op de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De retributies voor registratie en wijziging van registratie in het Pandregister worden berekend op basis van het maximaal bedrag tot belope waarvan de schuldvorderingen gewaarborgd zijn (in geval van een pandrecht) of de verkoopprijs (in geval van een eigendomsvoorbehoud). Zo bedraagt bijvoorbeeld de retributie voor een consultatie €20, wanneer het maximum bedrag van de gewaarborgde schuldvordering of de verkoopprijs gelijk is of minder bedraagt dan €10.000 (art. 14, §1 KB) Per consultatie van het pandregister zal men €5 moeten betalen (art. 14, §7 KB). De Raad van State betwijfelt of de retributies in het KB voldoen aan de voorwaarden van een retributie. De retributie moet immers niet enkel een vergoeding zijn voor een dienst verleend door de overheid, maar moet ook in redelijke verhouding staan tot de kostprijs van de verleende dienst. De afdeling Wetgeving van de Raad van State is niet zeker of dergelijke redelijke verhouding bestaat bij de retributies in artikel 14 van het KB. Deze bedenking van de Raad van State wordt in het KB echter niet overweging genomen.

Het KB treedt in werking samen met de Pandwet op 1 januari 2018 (art. 18 KB).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *