Actualiteit

Mededinginsrecht en gereguleerde sectoren

Beschikking van het Gerecht in de Qualcomm zaak, T-371/17 R

Het Gerecht heeft Qualcomm’s verzoek tot opschorting van de beschikking van de Europese Commissie waarin het verstrekken van inlichtingen onder dreiging van dwangsommen wordt bevolen afgewezen.

Qualcomm haalde aan dat het beantwoorden van de in de beschikking van de Commissie gestelde vragen een enorme hoeveelheid werkuren en financiële middelen, geraamd op 3 miljoen EUR, zou vereisen alsook de professionele verantwoordelijkheden van een aantal cruciale werknemers en externe consulenten zou verstoren. Om die redenen heeft zij de vernietiging en de opschorting van de beschikking van de Commissie gevorderd.

In een beschikking van 12 juli 2017 heeft de Voorzitter van het Gerecht het verzoek tot opschorting afgewezen. Volgens de voorzitter haalde Qualcomm enkel een schade van financiële aard aan. Volgens vaste rechtspraak van het Hof en het Gerecht kan financiële schade behoudens uitzonderlijke omstandigheden niet als onherstelbaar worden beschouwd, aangezien de benadeelde persoon over het algemeen door een financiële vergoeding kan worden teruggebracht in de situatie waarin zij zich vóór het ontstaan van de schade bevond. Wanneer de geleden schade van financiële aard is, zijn de gevraagde voorlopige maatregelen gerechtvaardigd indien blijkt dat de verzoekende partij zich zonder deze maatregelen in een situatie zou bevinden die haar financiële voortbestaan in gevaar kan brengen vóórdat de beslissing waarmee de procedure in de hoofdzaak wordt afgedaan, wordt genomen, of wanneer haar marktaandelen belangrijke wijzigingen zouden ondergaan, met name gelet op de omvang en het omzetcijfer van haar onderneming en de kenmerken van de groep waartoe zij behoort. De Voorzitter van het Gerecht heeft geoordeeld dat Qualcomm hiertoe niet de nodige harde en precieze bewijzen heeft geleverd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *