Actualiteit

Algemeen handelsrecht

Boek XIX van het Wetboek van Economisch Recht over schulden van de consument

Bo De Clercq & Laura Savonet

—  Op 23 mei 2023 werd in het Belgisch Staatsblad de Wet van 4 mei 2023 tot invoeging van Boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht (“WER”) gepubliceerd.

Deze nieuwe wet treedt in werking op 1 september 2023. Voor achterstallige en onbetaalde schulden van een consument aan een onderneming die voortvloeien uit een overeenkomst die is gesloten vóór de inwerkingtreding van Boek XIX en waarbij de betalingsachterstand is ontstaan na de inwerkingtreding, is Boek XIX pas van toepassing vanaf 1 december 2023.

1. Context

Boek XIX vervangt de Wet van 20 december 2002 (“Wet van 2002”) betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument en introduceert enkele nieuwigheden, zoals een eerste kosteloze herinnering, een wachttijd van 14 dagen voordat schadebedingen kunnen worden toegepast en een plafonnering van deze schadebedingen.

Boek XIX kadert de gevolgen van laattijdige betaling van schulden van consumenten ten aanzien van ondernemingen en behandelt de minnelijke invordering van deze consumentenschulden door de schuldeiser of door een derde.

De nieuwe bepalingen zijn van toepassing op alle ondernemingen, ongeacht hun grootte of sector, en op elke betalingsachterstand van consumentenschulden.

2. Gratis herinnering en wachtperiode van 14 dagen

Boek XIX introduceert een nieuwe verplichting om eerst een betalingsherinnering te sturen naar de consument (per brief, e-mail of zelfs sms) alvorens schadebedingen kunnen worden toegepast. Voor deze eerste herinnering, die geldt als formele ingebrekestelling, mag de consument geen kosten worden aangerekend. Deze gratis herinnering is gekoppeld aan een wachtperiode van 14 dagen, waarin de consument geen kosten of interesten aangerekend kunnen worden en waarin de consument de verschuldigde bedragen kan betwisten of vrijwillig kan betalen. Deze verplichtingen waren niet voorzien in de Wet van 2002.

Pas indien de consument na het verstrijken van de wachttermijn van 14 dagen niets doet, kunnen de overeengekomen schadebedingen worden afgedwongen.

3. Minnelijke invordering door een derde

Als de consument zijn schulden niet binnen de wachttermijn van 14 dagen heeft betaald of betwist, kan de schuldeiser de minnelijke invordering van de schulden verderzetten.

De schuldeiser kan de schulden van de consument zelf innen of deze taak toevertrouwen aan een derde, de schuldinvorderaar.

De schuldinvorderaar kan de schulden alleen invorderen nadat naar de consument een formele ingebrekestelling is gestuurd, die gekoppeld is aan een nieuwe wachtperiode van 14 dagen waarin geen andere acties van schuldinvordering mogen worden ondernomen (bijvoorbeeld het versturen van nog een herinnering). Blijft een reactie van de consument tijdens deze wachtperiode uit, dan kan de schuldinvorderaar de inning van de schulden voortzetten.

Indien de schuldeiser zelf geen eerste herinnering naar de consument heeft verstuurd, dan dient dit nog te worden gedaan door de schuldinvorderaar alvorens hij de consument de formele ingebrekestelling kan toesturen.

4. Schadebedingen

Anders dan het geval was onder de Wet van 2002 worden schadebedingen in Boek XIX nu geplafonneerd. Het schadebeding kan voorzien in verwijlinteresten en/of een forfaitaire vergoeding. Er kan geen andere vergoeding worden gevraagd, ook niet voor de eventuele tussenkomst van een schuldinvorderaar.

De plafonds zijn als volgt:

  • De verwijlinteresten mogen niet hoger zijn dan de interesten bepaald door de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties;
  • De forfaitaire schadevergoedingen zijn ook beperkt: voor elke schuld tot €150 kan een vergoeding van maximaal €20 worden toegepast. Voor elke schuld tussen €150,01 euro en €500 kan een vergoeding worden gevraagd van €30 plus 10% van het bedrag dat voor die schijf verschuldigd is. Voor elke schuld hoger dan €500,01 kan aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van maximaal €65, vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf hoger dan €500,01 en dit zonder meer dan €2.000 te bedragen.

De schuldinvorderaar is verplicht om, voordat hij de ingebrekestelling naar de consument stuurt, te controleren of de maxima voor de schadebedingen zijn nageleefd.

5. Betalingsfaciliteiten en betwisting van de schuld

Boek XIX verplicht de schuldinvorderaar om de consument te informeren over de mogelijkheid om betalingsfaciliteiten aan te vragen en over zijn rechten om de schuld te betwisten. Een dergelijke verplichting bestond niet onder de Wet van 2002 en is in Boek XIX alleen expliciet bepaald voor de schuldinvorderaar en niet voor de schuldeisende onderneming.

De consument kan onder andere vragen om een afbetalingsplan, collectieve schuldregeling of schuldbemiddeling. Dergelijke betalingsfaciliteiten hoeven echter niet verplicht aan de consument te worden toegekend.

Door betalingsfaciliteiten aan te vragen of de schulden te betwisten, wordt de schuldinvordering opgeschort totdat hierover een beslissing is genomen.

Comments are closed.