Actualités

Droit bancaire et financier

Verkoop op afstand van financiële diensten: EBA’s adviseert aanvullende regels op te nemen inzake informatieverstrekking in het licht van de digitalisering

· Regine Feltkamp

Momenteel is de Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (hierna de Richtlijn verkoop van financiële diensten op afstand) onderworpen aan een evaluatie door de Europese Commissie. In dit kader publiceerde de Europese Bankautoriteit (hierna EBA) op 23 oktober 2019 een advies met betrekking tot de Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (hierna de Richtlijn verkoop van financiële diensten op afstand). ...

Lire l’article

Insolvabilité

HvJ 4 december 2019: bevoegdheid insolventierechtbank mbt tegenstelbaarheidsvorderingen

· Inge Vandeplas

Ten grondslag aan dit arrest lag de vordering tot niet-tegenstelbaarheid van de vestiging van een hypotheek en de verkoop van de gehypothekeerde onroerende goederen aan de hypotheekhouder in de aanloop naar een faillissementsprocedure. De betrokken onroerende goederen waren gelegen in Frankrijk. De schuldenaar, UB, had onroerende goederen in zijn vermogen gehypothekeerd ten gunste van VA en later verkocht aan een vennootschap genaamd Tiger, waarvan VA 90% van de aandelen bezat. Wanneer in hoofde van UB een insolventieprocedure wordt geopend in het Verenigd Koninkrijk, stelt de Britse curator een vordering in voor een Franse rechtbank waarin hij de hypotheek op en verkoop van de onroerende goederen niet-tegenstelbaar wil laten verklaren. De Franse rechtbank in eerste aanleg volgt de redenering van de  curator en verklaart de transacties niet-tegenstelbaar. Deze beslissing wordt bevestigd in hoger beroep. Hierna, gaat de zaak verder naar het Franse Hof van Cassatie die verschillende prejudiciële vragen voorlegt aan het Europese Hof van Justitie. ...

Lire l’article

Insolvabilité

Toetsing van het KB betreffende barema’s en de regels voor de berekening van de erelonen en kosten van de insolventiefunctionarissen

· Inge Vandeplas

Op 14 november 2019 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over het KB van 26 april 2018 betreffende de barema’s en de regels voor de berekening van de erelonen en kosten van de insolventiefunctionarissen. Hierbij werd, onder andere, schendingen van de niet-retroactiviteit, het rechtszekerheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel beoordeeld. De Raad van State verwierp de ingestelde middelen, maar heeft wel een prejudiciële vraag gesteld aan het Grondwettelijk Hof. Met betrekking tot de niet-retroactiviteit oordeelde de Raad van State als volgt: ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 23 september 2019: derdenbeslag en de gerechtelijke reorganisatie

· Inge Vandeplas

De feiten van dit arrest waren als volgt. Op 2 februari 2016 legt een schuldeiser beslag onder derden bij een bank ten last van NV Grondvest. Op het ogenblik dat het derdenbeslag wordt gelegd, is de procedure van gerechtelijke reorganisatie in hoofde van NV Grondvest reeds geopend. De bank legt een verklaring van derde-beslagene af op 3 februari 2016, maar laat op 8 februari 2016 weten dat het derdenbeslag onrechtmatig is omdat het werd gelegd na de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie (art. 31 WCO/art. XX.51 WER). Bijgevolg laat de bank NV Grondvest van de bankrekening gebruik maken waardoor het saldo aanzienlijk afneemt. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Betalingstermijn voor facturen van KMO's binnenkort maximum 60 dagen

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand in handelstransacties is de gemeenrechtelijke betalingstermijn tussen ondernemingen dertig dagen, maar kan een langere betalingstermijn worden overeengekomen (die zelfs langer dan zestig kalenderdagen kan zijn) welk door de rechter evenwel kan gematigd worden bij kennelijke onbillijkheid. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Belgische verplichting best aangepast consumentenkrediet aan te bieden is verenigbaar met de Europese Richtlijn Consumentenkrediet

· Regine Feltkamp

In een arrest van 6 juni 2019 heeft het Europees Hof van Justitie zich uitgesproken over een prejudiciële vraag betreffende de verenigbaarheid met art. 5, lid 6, van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PB 2008, L 133, blz. 66, zoals gewijzigd) van de bepalingen van de ten tijde van het geschil nog geldende Wet Consumentenkrediet, krachtens welke de kredietgever het krediet moet zoeken dat qua soort en bedrag het best is aangepast aan de consument (art. 15, eerste lid, Wet op het consumentenkrediet, intussen art. VII.75 WER) en slechts een krediet mag toekennen indien hij er redelijkerwijs van overtuigd is dat de consument in staat zal zijn de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen (art. 15, tweede lid, Wet op het consumentenkrediet, intussen art. VII.77, § 2, eerste lid WER). ...

Lire l’article

Insolvabilité

Geen Europese collisieregels voor de derdenwerking van de fiduciaire overdracht van schuldvorderingen

· Inge Vandeplas

Op 29 maart 2011 sluit een schuldenaar werkzaam in Luxemburg, maar met woonplaats in Duitsland (hierna, schuldenares) een leningovereenkomst met Teambank. Als onderdeel van deze lening draagt de schuldenares haar pensioenrechten op haar Luxemburgse werkgever als zekerheid over aan Teambank. Op 15 juni 2011 sluit schuldenares een tweede leningovereenkomst met BNP Paribas waarbij zij een tweede maal haar pensioenrechten overdraagt als zekerheid maar ditmaal aan BNP. BNP stelt onmiddellijk de overgedragen schuldenaar in kennis van de fiduciaire overdracht van de schuldvordering op hem. Op 5 februari 2014 wordt een insolventieprocedure geopend in Duitsland ten aanzien van schuldenares. De curator van deze insolventieprocedure heeft een deel van de salarisbestanddelen van schuldenares in beslag genomen en dit bedrag in bewaring gegeven. Deze bewaring wordt gerechtvaardigd, omdat er onzekerheid bestaat over de identiteit van de schuldeiser van dit bedrag. Beide banken roepen immers rechten als separatist in met betrekking tot deze gelden. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

EBA bepaalt einddatum migratie sterke cliëntenauthenticatie voor op betaalkaarten gebaseerde betalingstransacties

· Regine Feltkamp

  In haar advies van 16 oktober 2019 heeft EBA voor elektronische op kaart gebaseerde betalingstransacties aangegeven dat de migratie naar sterke cliëntauthenticatie zoals vereist ingevolge de herziene Richtlijn Betalingsdiensten (PSD 2) moet plaatsvinden tegen 31 december 2020. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Verduidelijkingen van het Hof van Cassatie inzake de beoordelingsvrijheid van de bodemrechter bij het begin van bewijs door geschrift en de gedingbeslissende eed

· Jonas Vansevenant

In een arrest van 7 juni 2019 oordeelde het Hof van Cassatie over de appreciatie van bewijsmiddelen door de bodemrechter. Artikel 1347, tweede lid, Burgerlijk Wetboek beschouwt als begin van bewijs door geschrift elk geschrift dat is uitgegaan van degene tegen wie de vordering  wordt ingesteld en waardoor het beweerde feit waarschijnlijk wordt gemaakt. Het bodemgeschil had betrekking op een leningsovereenkomst en de vraag in welke mate het verschafte krediet was terugbetaald. Bij de leningsovereenkomst zat een aflossingstabel gevoegd waarbij de kredietverschaffer voor een bepaalde periode op de tabel betalingstermijnen doorstreepte en parafeerde voor ontvangst van de betaling terwijl voor een tweede periode alleen op de tabel van de kredietnemer diagonale strepen werden aangebracht doorheen de verschuldigde bedragen, maar zonder dat die doorstreping gepaard ging of bevestigd werd  door een paraaf van de kredietverschaffer. ...

Lire l’article

Droit commercial général

“Guidelines” van het Hof van Cassatie voor het aanwenden van Engelstalige terminologie

· Jonas Vansevenant

In een arrest van 28 juni 2019 diende het Hof van Cassatie te oordelen over de wettigheid van een rechterlijke beslissing waar in beperkte mate Engelse woorden werden gebruikt. Het bestreden beroepsarrest werd geveld  vóór de wetswijziging van 25 mei 2018 ("Potpourri VI"), waarmee de absolute nietigheid bij miskenning van de Taalwet Gerechtszaken, zoals bepaald in haar artikel 40, herleid werd tot een relatieve nietigheid. Inmiddels werd deze wetswijziging vernietigd bij een arrest van het Grondwettelijk Hof van 19 september 2019, waardoor het besproken cassatiearrest aan relevantie wint. In de bestreden beroepsbeslissing werd de Engelse term “rules” (tussen aanhalingstekens) gebruikt.  Dit was de benaming van de overeenkomst die tussen de oorspronkelijk in het geding betrokken partijen werd gesloten en die ook in het arrest werd beschreven, onder meer door de vermelding van het voorwerp van die overeenkomst. Het Hof van Cassatie oordeelde daarom dat de aanhaling van de term  “rules” geen daadwerkelijk gebruik van een andere taal dan de taal van de rechtspleging zoals  bedoeld in artikel 24 van de Taalwet Gerechtszaken uitmaakte, maar dus gewoon een verwijzing naar de overeenkomst in kwestie. ...

Lire l’article