Actualités

Droits intellectuels, Droit et Technologie

Een schedelvormige fles als geldig vormmerk

· Judith Bussé

Naar aanleiding van een verzoek tot nietigverklaring deed de nietigheidsafdeling (van het EU Bureau voor Intellectuele Eigendom) op 24 oktober 2019 uitspraak over de geldigheid van het Europese vormmerk met nummer 15 756 622 ingeschreven door de Canadese onderneming Globefill voor de klassen 32 en 33. Onder dit merk, bestaande uit een 3D voorstelling van een schedel die dient als fles, verdeelt Globefill haar “Crystal Head Vodka”. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Beëindiging handelsagentuur bij ernstige tekortkoming - welke kennis doet de strikte termijnen van art. X.17 WER lopen? - Cass. 14 november 2019

· . Library

Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 14 november 2019 (C/18/0600.N) kunnen uitspreken over de strikte termijnen die gelden bij de beëindiging van een handelsagentuurovereenkomst wegens uitzonderlijke omstandigheden of ernstige tekortkoming. Krachtens art. X.17 van het Wetboek Economisch Recht - dat het voormalige art. 19 van de wet betreffende de handelsagentuurovereenkomst in identieke bewoordingen herneemt - moeten twee zeer strikte termijnen nageleefd worden: De overeenkomst kan niet meer worden beëindigd zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn wanneer het feit ter rechtvaardiging hiervan sedert ten minste zeven werkdagen bekend is aan de partij die zich hierop beroept; en Alleen de uitzonderlijke omstandigheden of de ernstige tekortkomingen waarvan kennis is gegeven bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief, verzonden binnen zeven werkdagen na de beëindiging, kunnen worden aangevoerd ter rechtvaardiging van de beëindiging zonder opzegging of voor het verstrijken van de termijn. De toepassing van de eerste termijn werd aan het toezicht van het Hof van Cassatie onderworpen. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Nationaal recht kan de uitsluiting van het herroepingsrecht bij overeenkomsten op afstand betreffende financiële diensten niet uitschakelen

· Regine Feltkamp

Europees Hof van Justitie 11 september 2019, C-143/18 (Romano vs. DSL Bank) In dit arrest van 11 september 2019, heeft het Europees Hof van Justitie zich uitgesproken over een prejudiciële vraag betreffende de interpretatie van artikel 4, lid 2, artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 1, tweede alinea, tweede streepje, lid 2, onder c), en lid 6, alsmede van artikel 7, lid 4, van richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (hierna “Richtlijn 2002/65”). Het geschil betrof een op afstand gesloten krediet voor de aankoop van een privéwoning door twee consumenten met een Duitse bank, waarbij de vraag rees of de kredietnemers, nog altijd het herroepingsrecht konden inroepen, niettegenstaande de overeenkomst op uitdrukkelijk verzoek van de kredietnemer volledig was uitgevoerd, omdat de informatie over het herroepingsrecht zoals ontvangen ten tijde van de contractsluiting niet in overeenstemming was met de geldende Duitse regelgeving. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Automatische afschrijving in euro via het SEPA-systeem onderwerpen aan de vereiste van woonplaats in land van begunstigde is in strijd met de SEPA Verordening

· Regine Feltkamp

Europees Hof van Justitie 5 september 2019, C-28/18 (Verein für Konsumenteninformation t. Deutsche Bahn AG) In dit arrest van 5 september 2019 heeft het Europees Hof van Justitie zich uitgesproken over een prejudiciële vraag betreffende artikel 9, lid 2 van Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van verordening (EG) nr. 924/2009 (hierna "de Verordening"). ...

Lire l’article

Assurances

Stuiting van de verjaring van de rechtstreekse vordering: ommekeer in cassatierechtspraak of puntjes op de i?

· admin

In het arrest van 25 november 2019 (C.18.0408.N) heeft het Hof van Cassatie uitspraak gedaan over de interpretatie van art. 35, §4 Wet Landverzekeringsovereenkomst ('WLVO'), dat de stuiting van de verjaring van de rechtstreekse vordering regelt. De tekst van art. 35, §4 WLVO werd ongewijzigd overgenomen in artikel 89, §5 Wet Verzekeringen ('W.Verz.'). ...

Lire l’article

Droit commercial général

DPA-Deposit niet meer verplicht vanaf 12 januari 2020 - RvSt 12 december 2019

· . Library

Op 3 december 2018 stelde een vijftal advocaten een vernietigingsberoep in tegen het KB van 9 oktober 2018 tot wijziging van het KB van 16 juni 2016 houdende de elektronische communicatie overeenkomstig artikel 32ter Ger.W. en van het MB van 9 oktober 2018 tot wijziging van het MB van 20 juni 2016 tot bepaling van de inwerkingstelling van het e-Box netwerk en het e-Deposit systeem. In haar arrest van 12 december 2019 vernietigde de Raad van State art. 4 van het KB van 9 oktober 2018 en art. 1 van het MB van 9 oktober 2019, waardoor de verplichting voor advocaten om bijvoorbeeld voor de elektronische neerlegging van een conclusie gebruik te maken van het DPA-platform (en dus niet meer rechtstreeks van E-Deposit). ...

Lire l’article

Droit commercial général

La prescription du droit d'interjeter appel - Cour d'appel Bruxelles, 13 décembre 2019

· . Library

Dans un arrêt du 13 décembre 2019, la Cour d'appel de Bruxelles s'est prononcée sur une question qui ne se pose que rarement: la prescription du droit d'interjeter appel. Une partie avait interjeté appel le 11 avril 2019 contre une décision du 27 juin 2005, qui n'avait jamais été signifiée. La Cour d'appel a suivi la position des intimées, qui défendaient que l'appel était irrecevable, le droit d'interjeter appel étant une action personnelle au sens de l'art. 2262bis, § 1er, al. 1er du Code civil, donc prescrite par dix ans. ...

Lire l’article

Droits intellectuels, Droit et Technologie

Auteursrechten voor gebruiksvoorwerpen: er goed uitzien volstaat niet

· Judith Bussé

Op 12 september heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) opnieuw een uitspraak gedaan over de interpretatie van het Europees auteursrecht. Met het Cofemel-arrest (C-683/17) harmoniseert het Hof van Justitie van de Europese Unie de vereisten voor auteursrechtelijke bescherming van gebruiksvoorwerpen, waarvoor ook modelrechtelijke bescherming (al dan niet geregistreerd) kan worden geregistreerd. Mits aan de hieronder uiteengezette voorwaarden wordt voldaan, bevestigt het Cofemel-besluit dat ook lichtarmaturen, kledingstukken, meubilair, motorvoertuigen, enz. in alle lidstaten van de Europese Unie auteursrechtelijke bescherming genieten. ...

Lire l’article

Droits intellectuels, Droit et Technologie

De aansprakelijkheid voor voorlopige verbodsmaatregelen uitgelegd door het EU-HvJ

· Judith Bussé

Op 12 september 2019 heeft het Europees Hof van Justitie (EU-HvJ) een arrest geveld waar, zeker in België, halsreikend naar werd uitgekeken. In haar arrest beantwoordt het EU-HvJ de prejudiciële vragen van de Hongaarse Fővárosi Törvényszék in verband met de interpretatie van “passende schadeloosstelling” in de zin van artikel 9, lid 7 van Richtlijn 2004/48 (de "Handhavingsrichtlijn") en de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door voorlopige maatregelen die door de rechter later worden herroepen of wegens enig handelen of nalaten vervallen (C-688/17). Deze voorlopige maatregelen nemen eveneens een einde wanneer de rechter later vaststelt dat er geen inbreuk of dreiging van een inbreuk op intellectuele eigendomsrechten bestaat. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Het uitspreken van de partiële nietigheid indien de absolute nietigheid gevorderd wordt, is niet in strijd met het beschikkingsbeginsel - Cass. 9 september 2019

· Jonas Vansevenant

Op 9 september 2019 sprak het Hof van Cassatie zich uit over de procesrechtelijke implicaties van haar relatief recente  rechtspraak waarbij de deur werd geopend voor de partiële nietigheid van buitensporige niet-concurrentiebedingen mits dit mogelijk is, te verzoenen valt met de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen, en het niet verboden is door de wet van openbare orde (zie onder meer: Cass. 23 januari 2015, nr. C.13.0579.N, Cass. 25 juni 2015, nr. C.14.0008.F, Cass. 4 januari 2019, nr. C.18.0045.N). ...

Lire l’article