Actualités

Insolvabilité

Cass. 24 juni 2021, nr. C.20.0073.F: impact van de verschoonbaarheid op de borg

· Inge Vandeplas

Dit arrest gaat over de kwijtschelding van schulden na een faillissement en de impact hiervan op de borgsteller die een schuld voor de gefailleerde heeft voldaan. ...

Lire l’article

Droit de la concurrence et secteurs régulés

La Cour de justice précise les juridictions compétentes pour statuer sur des actions en réparation fondées sur des infractions aux règles de concurrence

· Chloé Binet

Pour les consommateurs et/ou entreprises victimes d'infractions aux règles de concurrence, la question se pose de savoir devant quelle(s) juridiction(s) ils peuvent introduire leur action en dommages et intérêts pour obtenir réparation du préjudice subi du fait de ces infractions. Dans un arrêt du 15 juillet 2021 (Volvo e.a., C-30/20), la Cour de justice a apporté des précisions afin de répondre à cette question. ...

Lire l’article

Droit international privé

Arrêt Volvo de la CJUE - l'article 7, §2, du règlement Bruxelles Ibis attribue tant la compétence internationale que la compétence territoriale

· Guillaume Croisant

Dans son arrêt Volvo (arrêt du 15 juillet 2021, aff. C‑30/20, ECLI:EU:C:2021:604), la Cour de justice de l'Union européenne a jugé que la règle de compétence spéciale de l'article 7, §2, du règlement Bruxelles I bis, selon laquelle les juridictions du lieu où le fait dommageable s’est produit ou risque de se produire sont compétentes en matières délictuelles, n'est pas uniquement applicable à la détermination de la compétence internationale, soit la détermination de l'Etat membre dont les juridictions sont compétentes, mais également à la compétence territoriale, soit à la détermination de la juridiction territorialement compétente au sein de cet Etat membre. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Het Hof van Cassatie spreekt zich uit over de verjaringstermijn bij vorderingen in toepassing van de Passagiersverordening - Cass. 11 juni 2021

· . Library

Verordening nr. 261/2004 van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (hierna “de Passagiersverordening”) bepaalt in zijn artikel 7 de forfaitaire vergoedingen die een luchtvaartmaatschappij bij instapweigering en annulering verschuldigd is, behoudens in aanwezigheid van buitengewone omstandigheden. De Passagiersverordening bepaalt geen termijn voor het instellen van deze vordering. In zijn arrest Moré (HvJ 22 november 2012, nr. 139/11) oordeelde het Hof van Justitie dat de termijn waarbinnen de vordering tot compensatie dient te worden ingesteld, wordt bepaald aan de hand van het toepasselijke nationale recht. Voor België nam de meerderheid van rechtsleer en rechtspraak aan dat artikel 9, 4e lid van de wet van 25 augustus 1891 (hierna: “de Vervoerswet”) bijgevolg de verjaring beheerst. Deze bepaling werd thans verhuisd naar artikel X.49 van het Wetboek Economisch Recht, en luidt als volgt: “De rechtsvorderingen ontstaan uit de overeenkomst van personenvervoer, met uitzondering van die welke volgen uit een strafbaar feit, verjaren door verloop van één jaar.” In het vonnis van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank dat aanleiding heeft gegeven tot het besproken Cassatiearrest, werd de vordering tot compensatie op grond van de Passagiersverordening afgewezen aangezien zij meer dan een jaar na de uitvoering van de vlucht werd ingesteld, en dus verjaard was. ...

Lire l’article

Droit commercial général

De toekenning van een rechtsplegingsvergoeding boven het basisbedrag moet gemotiveerd worden - Cass. 18 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens artikel 1022, derde lid, Gerechtelijk Wetboek kan de rechter bij een met bijzondere redenen omklede beslissing een rechtsplegingsvergoeding toekennen die afwijkt van het basisbedrag, zonder de maximum- en minimumbedragen te overschrijden. In een arrest van 18 juni 2021 (C.20.0579.N) preciseert het Hof van Cassatie dat de toekenning van een hogere rechtsplegingsvergoeding moet gemotiveerd zijn zelfs als de veroordeelde  partij het gevorderde bedrag van de rechtplegingsvergoeding niet heeft betwist en voor zichzelf ook een rechtsplegingsvergoeding heeft gevorderd die hoger is dan het basisbedrag.   ...

Lire l’article

Droit commercial général

Welke vergoeding kan de handelsagent vorderen bovenop de uitwinningsvergoeding? - Cass. 28 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens artikel X.19 WER kan de handelsagent die op het einde van de overeenkomst recht heeft op een uitwinningsvergoeding (maximum 1 jaar commissie) een bijkomende schadevergoeding vorderen, indien de uitwinningsvergoeding de werkelijk geleden schade niet vergoedt. Verwijzend naar het arrest Quenon van het Hof van Justitie herhaalt het Hof van Cassatie in een arrest van 18 juni 2021 dat deze bijkomende schadevergoeding slechts een schade kan dekken die verschilt van de schade die wordt gedekt door de uitwinningsvergoeding. De bijkomende vergoeding mag dus geen bijkomende cliënteelvergoeding zijn. Hot Hof van Cassatie oordeelt daarenboven dat deze bijkomende schadevergoeding ...

Lire l’article

Insolvabilité

Cass. 18 juni 2021, nr. C.19.0255.N:

· Inge Vandeplas

In dit cassatiearrest komen het vennootschapsrecht en het insolventierecht tegenover elkaar te staan. De onderliggende feiten waren als volgt. In 2014 verleent de algemene vergadering van de betrokken vennootschap kwijting aan de bestuurders. Hierna gaat dezelfde vennootschap in faillissement en wenst de curator een aansprakelijkheidsvordering in stellen op grond van artikel 528 van het Wetboek van Vennootschappen. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Ook de betwiste veroordeling tot betaling van een provisie kan een beslissing zijn alvorens recht te doen, waartegen geen onmiddellijk beroep mogelijk is - Cass. 11 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens artikel 1050 Ger. W. kan (sinds de Pot-Pourri I wet van 19 oktober 2015) tegen een beslissing alvorens recht te doen slechts hoger beroep worden ingesteld samen met het hoger beroep tegen het eindvonnis. In casu had de eerste rechter in toepassing van art. 19 Ger.W. niet alleen een gerechtsdeskundige aangesteld maar ook een provisie van 50.000€ toegekend aan één van de partijen. De veroordeelde partij ging meteen in beroep maar het hof van beroep te Antwerpen verklaarde het hoger beroep onontvankelijk in toepassing van artikel 1050 Ger.W. Het hof van beroep stelde immers vast dat de rechter de beslissing uitdrukkelijk had genomen "alvorens recht te doen over de ontvankelijkheid en gegrondheid van de vordering" en in toepassing van art. 19 Ger.W. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Handelsagentuur - Niet enkel de commissie, ook de onkostenvergoeding kan meetellen voor de berekening van de uitwinningsvergoeding - Cass. 11 juni 2021

· Olivier Vanden Berghe

Krachtens art. Art. X.18 van het Wetboek van Economisch Recht heeft de handelsagent in bepaalde gevallen na de beëindiging van de handelsagentuurovereenkomst recht op een uitwinningsvergoeding voor het aangebrachte cliënteel of de uitbreiding van de zaken met het bestaande cliënteel. De uitwinningvergoeding mag niet meer bedragen dan het bedrag van een jaar vergoeding berekend op basis van het gemiddelde van de vijf voorafgaande jaren. Van oudsher woedt de discussie over de vraag of onkostenvergoedingen aan de agent mogen meegerekend worden om dit maximum te bepalen. In een arrest van 11 juni 2021 (C.20.0354.N) schijnt het  Hof van Cassatie bevestigend te antwoorden: "Uit artikel X.18 WER en de parlementaire voorbereiding van de Handelsagentuurwet volgt dat de rechter die het bedrag van de uitwinningsvergoeding bepaalt, rekening mag houden met de bedragen die de handelsagent heeft ontvangen in de relevante periode die zijn eigen kosten vergoeden, voor zover deze kosten niet uitzonderlijk zijn en betrekking hebben op de desbetreffende handelsagentuurovereenkomst." ...

Lire l’article

Droits intellectuels, Droit et Technologie

La Commission européenne dévoile une nouvelle série de propositions visant à réglementer l'intelligence artificielle

· Marion Nuytten

Ces dernières années, l'évolution rapide de l'utilisation de l'intelligence artificielle ("IA") a été un sujet brûlant et a soulevé de nouvelles questions juridiques en termes de protection des données, de concurrence et de responsabilité. Le 21 avril 2021, à la suite de la publication d'un livre blanc sur l'IA en 2020, la Commission européenne ("la Commission") a dévoilé un nouveau cadre juridique visant à réglementer l'utilisation de l'IA dans l'Union européenne ("la Proposition de Règlement"). ...

Lire l’article