Actualités

Droit commercial général

Covid en sluiting winkels - financiële schade gelijk te verdelen tussen verhuurder en huurder - Rb. Antwerpen 15 november 2021

· Olivier Vanden Berghe

De verplichte sluiting van winkels tussen 18 maart en 11 mei 2020 (MB van 18 maart 2020) heeft de relaties tussen verhuurders en huurders zwaar op de proef gesteld. Tussen partijen die geen akkoord vonden om deze moeilijkheden te overbruggen, waren de standpunten vaak radicaal tegenovergesteld: de huurder stelde door de verplichte sluiting geen huur verschuldigd te  zijn, terwijl de verhuurder stelde het pand nog steeds ter beschikking te stellen, zodat niets de betaling van de huur in de weg stond. Vrederechters hebben in de afgelopen maanden op uiteenlopende wijze deze geschillen beslecht. De vrederechter van het derde kanton te Antwerpen had Hema België veroordeeld tot betaling van de huur voor de winkel gelegen in shopping Den Tir ondanks de verplichte sluiting.  De verhuurder had geweigerd af te zien van de huuur, verwijzend naar de investeringsverbintenissen die op hem rustten. In een vonnis van 15 november 2021 (21/317/A) oordeelde de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen er anders over in beroep. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Fraus omnia corrumpit moet met mate worden toegepast - Cass. 30 september 2021

· Olivier Vanden Berghe

Een zelfstandig kredietmakelaar had middels valsheid in geschriften en gebruik van valse stukken een echtpaar doen geloven dat zij een bancaire lening aangingen met de nodige waarborgen, terwijl hij hen in werkelijkheid leningen toestond met fondsen die afkomstig waren uit zijn privévermogen. Het hof van beroep te Antwerpen oordeelde dat deze leningen nietig waren. Het hof van beroep oordeelde, op grond van het adagium fraus omnia corrumpit, dat de ontleners van hun terugbetalingsverplichting werden bevrijd en zelfs en toegelaten waren de reeds aan de terugbetaalde bedragen terug te vorderen, dit, aldus het hof van beroep, teneinde te verhinderen dat het door het bedrog van de makelaar beoogde doel zou worden bereikt, met name onrechtmatig winstbejag middels het plegen van misdrijven waarvan de ontleners het slachtoffer zijn. ...

Lire l’article

Droit commercial général

Celui qui vend un immeuble après l'avoir transformé sans permis d'urbanisme ne commet pas nécessairement un dol - Cass. 15 octobre 2021

· Olivier Vanden Berghe

L’article 1116 de l’ancien Code civil dispose que le dol est une cause de nullité de la convention lorsque les manœuvres pratiquées par l’une des parties sont telles qu’il est évident que, sans ces manœuvres, l’autre partie n’aurait pas contracté, et que le dol, qui ne se présume pas, doit être prouvé. En l'occurence l'acquéreur d'un immeuble avait dans la perspective d’un investissement immobilier, divisé un immeuble en plusieurs logements et réalisé de travaux importants avant de les revendre, en garantissant dans l'acte de vente que les actes et travaux qu'ils avaient réalisés dans l’immeuble étaient conformes avec les prescriptions urbanistiques. L'acheteur ayant constaté après la vente que le vendeur n'avait pas demandé de permis d'urbanisme, avait demandé la nullité de la vente pour cause de dol. La cour d'appel de Mons avait retenu le dol en constatant que ...

Lire l’article

Droit commercial général

Arco-vonnis: Vorderingen van talrijke eisers zonder bewijs van wilsgebrek en schade per eiser zijn onontvankelijk wegens gebrek aan belang - Orb. Brussel 3 november 2021

· Olivier Vanden Berghe

De Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank te Brussel heeft in een vonnis van 3 november 2021 uitspraak gedaan over de vordering van meer dan 2.000 Arco-coöperanten tegen de Arco-vennootschappen, Belfius Bank, de Belgische Staat en een voormalige bestuurder van Arco, ingevolge de ondergang van Arco en de door hen als aandeelhouders geleden schade. Eisers oordeelden dat de overeenkomsten middels welke zij als vennoot waren toegetreden tot de Arco-vennootschappen nietig waren, want tot stand gekomen door bedrog, minstens dwaling. Zij vorderden de verwerende partijen te veroordelen tot (onder meer) de terugbetaling van de geldelijke inbreng van elke eiser. In ondergeschikte orde vroegen de eisers "een  schadevergoeding gelijk aan het bedrag van de inbreng, inclusief de desgevallende gekapitaliseerde dividenden, het desgevallend bedrag op de wachterekening en het desgevallend aandeel in de bonusreserve (op basis van de aan te leveren informatie door de CVBA Arcopar)", en in tweede ondergeschikte orde 70% daarvan, op grond van het verlies van een kans. De rechtbank oordeelde dat elke eiser afzonderlijk de feiten moet aanvoeren die zijn vordering ondersteunen (de aanvoeringslast of "stelplicht") en het bewijs moet leveren van het bestaan van de elementen van de vordering die tegen de verschillende partijen wordt ingesteld. De rechtbank stelt vast dat er geen elementen geval per geval worden aangevoerd, laat staan bewezen, van de aangehaalde wislgebreken en dat de stukken die worden neergelegd hetzij niet toepasselijk zijn op alle gevallen, hetzij tendentieus zijn. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier, Droit de la concurrence et secteurs régulés

Weigering van bankdiensten: misbruik van economische afhankelijkheid?

· Regine Feltkamp

De Nederlandstalige ondernemingsrechtbank te Brussel zetelend zoals in kort geding oordeelde op 16 maart 2021 dat de weigering door een bank om bepaalde bankdiensten te verlenen, gelet op de concrete omstandigheden, misbruik uitmaakt van de economische afhankelijkheid van een onderneming en derhalve een inbreuk was op de artikelen IV. 2/1 WER en VI.104 WER. Het geschil betrof een onderneming actief in de diamantsector die met een bank in 2018 een overeenkomst had gesloten om een rekening te openen teneinde betalingen te kunnen verrichten en te ontvangen. In 2020 werd de overeenkomst eenzijdig en zonder opzeg onmiddellijk stopgezet. Als gevolg hiervan werd het betalingsverkeer voor de onderneming stopgezet gezien andere banken de dienstverlening aan ondernemingen in de diamantsector weigeren. Ondanks bevestiging van bepaalde betalingsopdrachten werden de betalingstransacties niet uitgevoerd. De rekening werd uiteindelijk door de bank afgesloten. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Lening op interest of kredietopening?

· Regine Feltkamp

In een arrest van 14 juni 2021 heeft het Hof van Cassatie zich opnieuw uitgesproken over de kwalificatie van een overeenkomst als kredietopening dan wel een lening op interest. De kwalificatie is onder meer van belang voor de bepaling van de omvang van de wederbeleggingsvergoeding. ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Toetsing geldigheid richtsnoeren EBA producttoezicht- en governanceregelingen

· Regine Feltkamp

In een arrest van 15 juli 2021 (ECLI:EU:C:2021:599) heeft het Europees Hof van Justitie zich uitgesproken over de geldigheid van de richtsnoeren van de Europese Bankautoriteit (EBA) van 22 maart 2016 inzake producttoezicht- en – governanceregelingen voor retailbanken, in het licht van verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit). ...

Lire l’article

Droit bancaire et financier

Grensoverschrijdende crowdfundingdiensten aan bedrijven makkelijker vanaf november

· Regine Feltkamp

Door de Verordening 2020/1503 van 7 augustus 2020 van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijving en tot wijziging van Verordening 2017/1129 en Richtlijn 2019/1937 (hierna “de Verordening”), werd een uniform en direct toepasselijk kader uitgewerkt waaraan crowdfundingdienstverleners vanaf 10 november 2021 onderworpen zullen zijn. Als gevolg hiervan zullen grensoverschrijdende crowdfundingdiensten aan bedrijven gemakkelijker zijn. ...

Lire l’article

Insolvabilité

GwH 15 juli 2021, nr. 110/2021: artikel XX.59, §3 WER schendt het gelijkheidsbeginsel niet

· Lies de Mulder

De feiten in dit arrest hebben betrekking op de gerechtelijke reorganisatie van de bvba JDV Holding. De ondernemingsrechtbank te Brussel opent de gerechtelijke reorganisatie van deze bvba op 2 oktober 2019 en kent een opschortingstermijn toe tot en met 15 januari 2020. Op 27 december 2019 verzoekt de bvba om de opschorting te verlengen voor een bijkomende termijn van twee maanden. De ondernemingsrechtbank wijst dat verzoek af, waarna de bvba hoger beroep aantekent bij het hof van beroep te Brussel. ...

Lire l’article