In een arrest van 7 juni 2019 sprak het Hof van Cassatie zich uit over de wisselwerking tussen de aansprakelijkheid van de verkoper voor verborgen gebreken en zijn aansprakelijkheid voor niet-conforme levering.
De koper had een stel banden gekocht, die behept waren met kerven. Deze kerven werden gekwalificeerd als een verborgen gebrek. Bijgevolg diende de vordering luidens artikel 1648 Burgerlijk Wetboek, ingesteld te worden binnen de korte termijn. De appelrechter oordeelde dat de vordering die door de koper werd ingesteld wegens verborgen gebreken, laattijdig was. De koper trachtte echter ook een schadevergoeding te vorderen op grond van de niet-conformiteit van het goed. Voor dergelijke vordering geldt in principe de gemeenrechtelijke termijn van 10 jaar voor contractuele vorderingen, al wordt dit normalerwijze gematigd door de leer van de aanvaarding. Het hof van beroep te Brussel verklaarde de vordering wegens niet-nakoming van de verbintenis om een conforme zaak te leveren, echter ongegrond.
Het Hof van Cassatie bevestigde de beroepsbeslissing en oordeelde dat wanneer de verkochte zaak door een verborgen gebrek is aangetast, de koper alleen de rechtsvordering tot vrijwaring voor verborgen gebreken kan instellen en niet de rechtsvordering wegens niet-nakoming van de verbintenis om de zaak te leveren conform de verkochte zaak. Hiermee bevestigde het Hof van Cassatie haar eerdere rechtspraak (Cass. 19 oktober 2007, nr. C.05.0500.F- C.05.040.F).