Hof van Cassatie 10 mei 2019
GERECHTELIJKE REORGANISATIE
Gevolgen beslissing reorganisatie - Boedelschulden - Vereisten
Schuldvorderingen uit kredietovereenkomsten kunnen gelden als boedelschulden als bedoeld in artikel 37, eerste lid, WCO indien zij voortvloeien uit nieuwe overeenkomsten of uit nieuwe opnemingen krachtens bestaande kredietovereenkomsten die worden verdergezet.
|
RÉORGANISATION JUDICIAIRE
Effets de la décision de réorganisation - Créances de masse - Conditions
Les créances découlant d'une convention de crédit peuvent être considérées comme des dettes de la masse en vertu de l'article 37, alinéa 1,LCE si elles résultent de nouvelles conventions ou des nouveaux prélèvements effectués sur la base de conventions de crédit en vigueur qui sont poursuivies.
|
KBC Bank / D.V.
Zet.: E. Dirix (sectievoorzitter als voorzitter), A. Smetryns (sectievoorzitter), K. Mestdagh, B. Wylleman en K. Moens (raadsheren) |
OM: R. Mortier (advocaat-generaal) |
Pl: Mrs. J. Verbist en B. Maes |
Zaak: C.18.0564.N |
(…)
3. Krachtens artikel 37, eerste lid van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen (hierna: WCO), zoals van toepassing, gelden de schuldvorderingen van een medecontractant die betrekking hebben op prestaties uitgevoerd tijdens de procedure van gerechtelijke reorganisatie als boedelschulden in een navolgende vereffening of faillissement in zoverre er een nauwe band bestaat tussen de beëindiging van de reorganisatieprocedure en die collectieve procedure.
Deze bepaling strekt ertoe het in stand houden van bestaande en het aangaan van nieuwe contractuele verhoudingen aan te moedigen en het krediet van de schuldenaar te versterken ten einde de continuïteit van de onderneming veilig te stellen.
Boedelschulden zijn in het faillissement niet aan de samenloop onderworpen en worden bij voorrang boven de andere schulden voldaan. Aangezien boedelschulden afbreuk doen aan de gelijkheid tussen schuldeisers dienen zij beperkend te worden geïnterpreteerd.
Uit het vorenstaande volgt dat schuldvorderingen uit kredietovereenkomsten kunnen gelden als boedelschulden als bedoeld in artikel 37, eerste lid WCO indien zij voortvloeien uit nieuwe overeenkomsten of uit nieuwe opnemingen krachtens bestaande kredietovereenkomsten die worden verdergezet.
4. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat:
- de schuldenaar (hierna: de vennootschap) op 3 mei 2011 werd toegelaten tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie;
- de vennootschap op 15 november 2011 werd failliet verklaard;
- de eiseres aangifte deed van haar schuldvordering die gewaarborgd is door een pand op de handelszaak;
- de verweerder aangifte deed van een schuldvordering ten belope van 233.366,68 EUR met betrekking tot de terugbetaling door de verweerder als borg van een “Business Krediet” dat de ING Bank op 1 augustus 2011 had toegestaan aan de vennootschap;
- de verweerder ter zake aanspraak maakt als gesubrogeerde schuldeiser in de rechten van ING Bank op de kwalificatie van de schuldvordering als boedelschuld;
- dit “Business Krediet” heeft gediend voor de terugbetaling van een eerder kaskrediet verstrekt aan de vennootschap door ING Bank waarvoor meermaals aanmaningen werden verstuurd tot en met maart 2011;
- de eiseres betwist dat de schuldvordering van de verweerder kan beschouwd worden als een boedelschuld op grond van artikel 37 WCO aangezien het “Business Krediet” weliswaar na de opening van de reorganisatieprocedure werd toegestaan, maar diende om het eerdere kaskrediet terug te betalen.
5. De appelrechters die vaststellen dat het door ING Bank verleende krediet in wiens rechten de verweerder is gesubrogeerd, dateert van na de opening van de reorganisatieprocedure en oordelen dat het ter zake zonder belang is of dit krediet diende tot herfinanciering van een voor de opening van de procedure toegestaan krediet, zodat de schuldvordering van de verweerder geldt als boedelschuld in het latere faillissement krachtens artikel 37 WCO aangezien niet de voorwaarde kan worden gesteld dat aan de vennootschap nieuwe financiële middelen werden ter beschikking gesteld, verantwoorden hun beslissing niet naar recht.