Article

Hof van Cassatie (1e k.), 01/02/2019, C.18.0208.N, R.D.C.-T.B.H., 2019/10, p. 1268

Hof van Cassatie 1 februari 2019

FAILLISSEMENT
Aansprakelijkheid van de bestuurders t.a.v. de RSZ
Een bestuurder kan met toepassing van artikel 530, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen enkel aansprakelijk worden gesteld voor de socialezekerheidsschulden van de laatst failliet verklaarde vennootschap en niet voor de schulden van de eerder failliet verklaarde vennootschappen ook al was hij bij die faillissementen betrokken.
FAILLITE
Responsabilités des administrateurs à l'égard de l'ONSS
Un administrateur ne peut voir sa responsabilité engagée sur la base de l'article 530, § 2, alinéa 1er, du Code des sociétés que pour les dettes sociales de la dernière société déclarée en faillite et pas pour les dettes des sociétés déclarées en faillite antérieurement, et ce même s'il était impliqué dans ces faillites.

P.V. / D.C.

Zet.: E. Dirix, K. Moens, G. Jocqué
Pl.: Mrs. J. Verbist en H. Geinger
Zaak: C.18.0208.N

(…)

I. Rechtpleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 7 december 2017.

(…)

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling

1. Krachtens artikel 530, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen, zoals hier toepasselijk, kunnen de bestuurders, gewezen bestuurders en feitelijke bestuurders door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de curator persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het geheel of een deel van alle op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen, bijdrageopslagen, verwijlinteresten en de vaste vergoeding bedoeld in artikel 54ter uitvoeringsbesluit RSZ-wet, indien zij zich in de loop van de periode van 5 jaar voorafgaand aan de faillietverklaring in de situatie bevonden hebben zoals beschreven in artikel 38, § 3octies, 8° algemene beginselenwet sociale zekerheid.

Artikel 38, § 3octies, 8° algemene beginselenwet sociale zekerheid verwijst naar de situatie waarin deze bestuurders bij minstens twee faillissementen, vereffeningen of gelijkaardige operaties met schulden ten aanzien van een inningsorganisatie van de socialezekerheidsbijdragen betrokken waren.

Uit deze bepalingen volgt dat met de “op het ogenblik van de uitspraak van het faillissement verschuldigde sociale bijdragen” worden bedoeld de bijdragen die verschuldigd zijn door de failliet verklaarde vennootschap en niet deze die verschuldigd zijn door de twee of meerdere vennootschappen die in de loop van de 5 voorafgaande jaren werden failliet verklaard.

Een bestuurder kan bijgevolg met toepassing van artikel 530, § 2, eerste lid Wetboek van Vennootschappen enkel aansprakelijk worden gesteld voor de socialezekerheidsschulden van de laatst failliet verklaarde vennootschap en niet voor de schulden van de eerder failliet verklaarde vennootschappen ook al was hij bij die faillissementen betrokken.

2. Door te oordelen dat er geen reden bestaat om de vordering te herleiden tot 181.562,49 EUR, zijnde de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd in het faillissement van V. NV en de eiser dienvolgens te veroordelen tot de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd in de drie faillissementen, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht.

Het middel is gegrond.

Dictum

Het Hof,

eenparig beslissend,

Vernietigt het bestreden arrest.