Marktenhof 13 december 2017
Distripaints en Novelta / BMA
Zaak: 2013/MR/9 |
Het marktenhof onderwerpt de kwalificatie van door de BMA inbeslaggenomen documenten als “in of scope” aan een “marginale toetsing”.
In een arrest van 26 november 2014 oordeelde het hof van beroep dat een summiere standaard-motivering (m.b.t. het verband tussen inbeslaggenomen documenten en het voorwerp van de inspectie) niet voldoende is wanneer de betrokken onderneming het “in of scope”-karakter van inbeslaggenomen documenten uitdrukkelijk betwist. Partijen werden uitgenodigd om een verificatietrajet op te starten, waarbij de BMA een uitgebreide(re) motivering moest vrijgeven, die vervolgens aan tegenspraak onderworpen moest worden. Het Hof specifieerde dat de inbeslaggenomen documenten niet als “in of scope” konden worden beschouwd indien de BMA geen bijkomende motivering verschafte.
Aangezien partijen na dit verificatietraject geen overeenstemming hebben gevonden, hebben verzoeksters Distripaint en Novelta een nieuwe vaststelling van de zaak geëist.
In navolging van het hof van beroep heeft het Marktenhof aangegeven enkel over een marginaal toetsingsrecht te beschikken met het oog op het toezien dat het beginsel van bescherming tegen willekeur en onevenredig optreden en het recht van verweer worden nageleefd.
Bij arrest van 13 december 2017 stelde het Marktenhof dat de door de BMA opgegeven bijkomende motieven niet als prima facie onaanvaardbaar, onredelijk of onwettelijk konden worden beschouwd en dat het beginsel van bescherming tegen willekeur en onevenredig optreden en het recht van verweer deswege werden nageleefd. Om deze redenen besliste het Hof dat de bestreden documenten als “in of scope” moeten worden aanzien en deel uitmaken van het beslag.