Hof van Cassatie 19 mei 2016
ZEKERHEDEN
Persoonlijke zekerheid - Borgtocht - Begrip - Schuldeiser - Borg - Uitlegging overeenkomst - Beperkende uitlegging - Redelijkerwijze voorzienbare verbintenissen
Volgens artikel 2015 Burgerlijk Wetboek wordt een borgtocht niet vermoed, moet hij uitdrukkelijk zijn aangegaan en mag men hem niet verder uitstrekken dan de perken waarbinnen hij is aangegaan. Uit deze wetsbepaling volgt dat de borgtocht beperkend moet worden geïnterpreteerd in die zin dat de borg enkel kan worden geacht zich te willen verbinden tot zekerheid van verbintenissen die hij redelijkerwijze kan voorzien bij het sluiten van de borgtocht.
|
SÛRETÉS
Sûreté personnelle - Cautionnement - Notion - Créancier - Caution - Interprétation des conventions - Interprétation restrictive - Engagements raisonnablement prévisibles
En vertu de l'article 2015 du Code civil, le cautionnement ne se présume point; il doit être exprès, et on ne peut pas l'étendre au-delà des limites dans lesquelles il a été contracté. Il ressort de cette disposition légale que le cautionnement doit être interprété de manière restrictive en ce sens que la caution ne peut être considérée comme voulant s'engager qu'en vue de garantir les engagements qu'elle peut raisonnablement prévoir lorsque le cautionnement est conclu.
|
R.S. / KBC Bank NV
Zet.: B. Deconinck (afdelingsvoorzitter als voorzitter), A. Smetryns (afdelingsvoorzitter), K. Mestdagh, B. Wylleman en K. Moens (raadsheren) |
OM: A. Van Ingelgem (advocaat-generaal) |
Pl.: Mrs. P. Lefebvre en J. Verbist |
Zaak: C.15.0320.N |
I. | Rechtspleging voor het Hof |
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 20 april 2015.
Raadsheer B. Wylleman heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal A. Van Ingelgem heeft geconcludeerd.
II. | Cassatiemiddel |
De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest gehecht is, een middel aan.
III. | Beslissing van het Hof |
Beoordeling |
1. Krachtens artikel 2015 Burgerlijk Wetboek wordt een borgtocht niet vermoed, moet hij uitdrukkelijk zijn aangegaan en mag men hem niet verder uitstrekken dan de perken waarbinnen hij is aangegaan.
2. Uit deze wetsbepaling volgt dat de borgtocht beperkend moet worden geïnterpreteerd in die zin dat de borg enkel kan worden geacht zich te willen verbinden tot zekerheid van verbintenissen die hij redelijkerwijze kan voorzien bij het sluiten van de borgtocht.
3. De appelrechters die oordelen dat de borgstelling van 6 maart 1986 zich uitstrekt tot alle schulden van de hoofdschuldenaar ten aanzien van de verweerster, ongeacht of deze schulden vóór of ná de fusie van de hoofdschuldenaar door opslorping van andere vennootschappen zijn ontstaan, zonder te onderzoeken of deze schuldenlast bij het sluiten van de borgtochtovereenkomst redelijkerwijze voorzienbaar was voor de eiser, schenden artikel 2015 Burgerlijk Wetboek.
Het onderdeel is gegrond.
Dictum
Het Hof,
Vernietigt het bestreden arrest.
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.
Houdt de kosten aan en laat de beslissing daaromtrent over aan de feitenrechter. Verwijst de zaak naar het hof van beroep te Brussel.
(…)