Article

Wet van 1 december 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de faillissementswet van 8 augustus 1997 met het oog op de invoering van het Centraal Register Solvabiliteit, R.D.C.-T.B.H., 2017/3, p. 332

Wet van 1 december 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de faillissementswet van 8 augustus 1997 met het oog op de invoering van het Centraal Register Solvabiliteit

In het Belgisch Staatsblad van 11 januari 2017 werd de wet van 1 december 2016 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en de faillissementswet van 8 augustus 1997 met het oog op de invoering van het Centraal Register Solvabiliteit gepubliceerd. Deze wet is de aanloop naar de realisatie van de aloude wens van velen om het gehele faillissementsgebeuren te informatiseren. De volledige informatisering van de insolventiewetgeving zal pas verwezenlijkt worden de dag dat het wetsontwerp Boek XX van het Wetboek economisch recht, dat reeds door de Regering is goedgekeurd, na zijn goedkeuring door het parlement in werking treedt. Dit is voorzien voor 1 september 2017, waarbij de faillissementsprocedure grondig wordt gewijzigd en de reorganisatie van ondernemingen eveneens wordt gewijzigd én geïnformatiseerd.

Het Centraal Register Solvabiliteit is de geïnformatiseerde gegevensbank waarin het faillissementsdossier wordt opgenomen en bewaard. Het register bevat alle gegevens en stukken betreffende de faillissementsprocedure en zal als authentieke bron gelden voor alle akten en gegevens die erin zijn opgenomen. De Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des barreaux francophones et germanophone zullen gezamenlijk instaan voor de inrichting en het beheer van het register. Volgende personen hebben - in de vervulling van hun wettelijke opdracht - toegang tot de gegevens opgenomen in het register: de magistraten, de griffiers, het Openbaar Ministerie, de parketsecretarissen, de curators, de rechters-commissarissen, alsook de gefailleerden, de schuldeisers, de derden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, en de beheerder. Om de kosten te dekken die veroorzaakt worden door het beheer van het register, geven het neerleggen van schuldvorderingen door de schuldeisers, de inzage van het faillissementsdossier via het register en het beheer van het faillissementsdossier middels het register aanleiding tot de inning van een retributie waarvan de Koning het bedrag, de voorwaarden en de nadere regels van inning bepaalt.

Artikel 23 van de wet van 1 december 2016 bepaalt dat deze wet slechts van toepassing is op de faillissementen die open worden verklaard na de dag waarop deze wet in werking treedt. Artikel 24 bepaalt de datum van inwerkingtreding op 31 december 2016. Wat op het eerste gezicht eenvoudig lijkt, is het evenwel niet. Artikel 174 van de wet van 25 december 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie (oftewel, Pot Pourri IV (BS 30 december 2016)) stelt de inwerkingtreding van de wet van 1 december 2016 uit tot 1 april 2017, terwijl artikel 174 bepaalt dat de stukken van een faillissementsdossier die op het ogenblik van inwerkingtreding reeds in papieren vorm ter griffie worden gehouden, geacht zullen worden deel uit te maken van het faillissementsdossier, zonder dat zij hoeven te worden opgeladen in het register. Het faillissementsdossier voor lopende faillissementen zal aldus bestaan uit een papieren deel en een digitaal deel.

De wet van 25 december 2016 regelt ook de werking van het centraal register collectieve schuldenregelingen, naar analogie met het Centraal Register Solvabiliteit.

FAILLISSEMENT
Algemeen
FAILLITE
Généralités