Hof van beroep Antwerpen (4de k.)19 december 2016
Zaak: 2014/AR/241 |
De hoofdvervoerder had het vervoer van auto-onderdelen uitbesteed aan een onderaannemer. De onderdelen waren gestapeld op metalen rekken, die nadien (leeg) aan de afzender terugbezorgd dienden te worden voor hergebruik. Na verloop van tijd bleek dat de ondervervoerder tal van deze rekken had gestolen en verkocht als oud ijzer. De zaakvoerder van de ondervervoerder werd voor deze diefstallen strafrechtelijk veroordeeld. De vrachtfacturen van de ondervervoerder voor de litigieuze transporten werden door de hoofdvervoerder niet betaald. De vordering van de ondervervoerder in betaling van deze facturen werd afgewezen wegens gebrek aan rechtmatig belang.