Article

Cour de justice de l'Union européenne, 16/06/2016, R.D.C.-T.B.H., 2017/1, p. 87

Cour de justice de l'Union européenne 16 juin 2016

DROIT JUDICIAIRE EUROPÉEN ET INTERNATIONAL
Compétence et exécution - Titre exécutoire européen pour les créances incontestées - Règlement n° 805/2004/CE du 21 avril 2004 - Champ d'application ratione materiae et conditions de la certification - Notion de « créance incontestée » - Jugement par défaut (art. 3, 1., b) - Interprétation autonome - Comportement procédural d'une partie pouvant valoir « absence de contestation de la créance »
Une créance peut être réputée « incontestée », au sens de l'article 3, 1., alinéa 2, sous b), du règlement n° 805/2004, si le débiteur n'agit d'aucune manière pour s'opposer à celle-ci, en ne donnant pas suite à l'invitation faite par la juridiction de notifier par écrit l'intention de défendre l'affaire ou en ne comparaissant pas à l'audience. La circonstance qu'en vertu du droit national du juge saisi de la demande de certification, une condamnation par défaut n'équivaut pas à une condamnation pour créance incontestée est dépourvue de pertinence. Le renvoi exprès aux règles de procédure de cet Etat membre, prévu à l'article 3, 1., alinéa 2, sous b), du règlement n° 805/2004, ne vise pas les conséquences juridiques de l'absence du débiteur à la procédure, celles-ci faisant l'objet dune qualification autonome en vertu de ce règlement, mais concerne exclusivement les modalités procédurales selon lesquelles le débiteur peut efficacement s'opposer à la créance.
EUROPEES EN INTERNATIONAAL GERECHTELIJK RECHT
Bevoegdheid en executie - Europese executoriale titel van niet-betwiste schuldvorderingen - Verordening nr. 805/2004/EG van 21 april 2004 - Toepassingsgebied ratione materiae en voorwaarden voor waarmerking - Begrip “niet-betwiste schuldvordering” - Verstekvonnis (art. 3, 1., tweede al., onder b)) - Autonome uitlegging - Procedureel gedrag van een partij dat een “afwezigheid van betwisting van de schuldvordering” kan uitmaken
Een schuldvordering kan als “niet-betwist” in de zin van artikel 3, 1., tweede alinea, onder b) van verordening nr. 805/2004 worden beschouwd indien de schuldenaar geen enkele handeling stelt om die schuldvordering te betwisten doordat hij geen gevolg verleent aan het verzoek van het gerecht om schriftelijk het voornemen kenbaar te maken zich in de zaak te verweren of door op de terechtzitting verstek te laten gaan. Derhalve dient te worden vastgesteld dat de omstandigheid dat een veroordeling bij verstek naar Italiaans recht niet gelijk te stellen is met een veroordeling wegens een niet-betwiste schuldvordering, geen verschil uitmaakt voor het antwoord op de vraag van de verwijzende rechter. De uitdrukkelijke verwijzing, in artikel 3, 1., tweede alinea, onder b) van verordening nr. 805/2004, naar de vormvoorschriften van de lidstaat ziet niet op de rechtsgevolgen van de afwezigheid van de schuldenaar tijdens de procedure, die op grond van deze verordening een autonome kwalificatie krijgen, maar uitsluitend op de nadere procedureregels volgens welke de schuldenaar de schuldvordering daadwerkelijk kan betwisten.

Pebros Servizi Srl / Aston Martin Lagonda Ltd

Siég.: L. Bay Larsen (président de la chambre), D. váby, J. Malenovsk, M. Safjan, rapporeur et M. Vilaras (juges)
M.P.: Y. Bot (avocat général)
Pl.: N. Maione et M. Salvatorelli
Affaire: C 511/14

Le texte complet de la décision peut être consulté sur www.curia.europa.eu.

De volledige tekst van het arrest kan geraadpleegd worden op www.curia.europa.eu.