Article

Actualiteit : Hof van Cassatie, C.16.0100.N, 09/09/2016, R.D.C.-T.B.H., 2017/1, p. 100

Hof van Cassatie 9 september 2016 [2]

Zaak: C.16.0100.N
GERECHTELIJK RECHT - ALGEMENE BEGINSELEN
Rechtsvordering - Hoedanigheid


DROIT JUDICIAIRE - PRINCIPES GÉNÉRAUX Action en justice - Capacité

Een dagvaarding voor het vredegerecht van het kanton Zaventem-Overijse (zetel Zaventem) vermeldde dat een partij in rechte werd vertegenwoordigd door een contractuele lasthebber. De contractuele lasthebber werd op zijn beurt vertegenwoordigd door een advocaat voor het stellen van proceshandelingen. Zowel de identiteit van de vertegenwoordigde partij als deze van de contractuele lasthebber werden vermeld.

De vrederechter te Zaventem had de vordering ingesteld door de contractuele lasthebber afgewezen omdat, luidens artikel 440 Ger.W., een rechtsonderhorige slechts kan verschijnen in persoon of kan worden vertegenwoordigd door een advocaat.

Het Hof van Cassatie vernietigt het vonnis. Het Hof oordeelt dat een lastgeving eveneens kan worden verleend voor het instellen van een rechtsvordering. De vertegenwoordiger is dan de formele procespartij en vertegenwoordigde is dan de materiële procespartij.

Als vereiste voor een vertegenwoordiging in rechte stelt het Hof van Cassatie, benevens het bewijs van de vertegenwoordigingsbevoegdheid, dat uit de gedinginleidende akte blijkt dat de formele procespartij optreedt in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger en deze akte de identiteit van zowel de vertegenwoordiger als de vertegenwoordigde vermeldt.

[1] www.cass.be.