Dit koninklijk besluit voert een aantal aanpassingen door aan het koninklijk besluit van 14 november 2007 [1] en het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 [2], als gevolg van verordening (EU) nr. 596/2014 [3] (verordening marktmisbruik), die het voorgaande Europese rechtskader inzake marktmisbruik opheft en actualiseert in een verordening waarvan de voorschriften rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten.

Dit koninklijk besluit heft de artikelen 31, 32, 33 en 35, § 2 van het koninklijk besluit van 14 november 2007 inzake de openbaarmaking van voorkennis op omdat de verplichting tot bekendmaking van voorkennis, en ruimer, de regels inzake de openbaarmaking van voorkennis vanaf 3 juli 2016 rechtstreeks voortvloeien uit artikel 17 verordening marktmisbruik.

Het koninklijk besluit heft ook artikel 4, § 1, eerste lid, 3° (dat de artikelen 32, 33 en 35, § 2 van het KB van 14 november 2007 van toepassing verklaarde op emittenten waarvan financiële instrumenten tot de verhandeling op Alternext zijn toegelaten), artikelen 6 en 7 (die de regels inzake de lijsten van personen met voorkennis, respectievelijk de regels inzake de kennisgeving van transacties door leidinggevenden van toepassing verklaarden op emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn toegelaten of het voorwerp uitmaken van een aanvraag tot toelating tot de verhandeling op Alternext) en artikel 8 (dat de verbodsbepalingen inzake marktmisbruik toepasselijke maakte, op Alternext, Trading Facility en Easynext maakte door ze als een “andere markt” aan te duiden) van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 op. Deze verplichtingen vloeien vanaf 3 juli 2016 eveneens rechtstreeks voort uit de verordening marktmisbruik, daar de verplichtingen van deze verordening ook gelden voor de emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een multilaterale handelsfaciliteit.