Article

– Wet van 22 april 2016 houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht (BS 4 mei 2016, treedt in werking op 1 december 2016), R.D.C.-T.B.H., 2016/7, p. 700

Wet van 22 april 2016 houdende wijziging en invoeging van bepalingen inzake consumentenkrediet en hypothecair krediet in verschillende boeken van het Wetboek van economisch recht (BS 4 mei 2016, treedt in werking op 1 december 2016)

Met deze wet worden de bepalingen van Boek VII van het Wetboek van economisch recht (WER) inzake hypothecair krediet grondig aangepast, teneinde richtlijn nr. 2014/17/EU [1] om te zetten.

In de eerste plaats worden in artikel I.9 WER (definities eigen aan Boek VII) nieuwe definities toegevoegd en bestaande definities aangepast. Een belangrijke wijziging daarbij is de aanpassing van de definitie “hypothecair krediet”, waardoor consumentenkredieten met hypotheekstelling voortaan ook onder de regelgeving inzake hypothecaire kredieten zullen vallen (introductie van het onderscheid hypothecair krediet met een roerende of onroerende bestemming).

Naast een aantal aanpassingen van de regeling inzake consumentenkrediet teneinde maximale gelijkschakeling en afstemming van de bepalingen te garanderen, wordt de regeling inzake hypothecair krediet o.a. op de volgende vlakken aangepast:

    • verboden reclame- en marketingcommunicatie en de informatieplicht middels een prospectus;
    • de totstandkoming van de kredietovereenkomst en inzonderheid de precontractuele informatie, informatievoorschriften voor de kredietbemiddelaar, de verplichting om een passende toelichting te verschaffen, gedragsregels, de raadgevingsplicht en de onderzoekplicht;
    • het herroepingsrecht voor hypothecair krediet met roerende bestemming;
    • onrechtmatige bedingen (bv. verbod dossierkosten te vragen voor hypothecair krediet met roerende bestemming, de berekening van de debetrente, het aanbrengen van wijzigingen aan de voorwaarden of zekerheden van een lopend hypothecair krediet met onroerende bestemming, het verbod op koppelverkoop en een voorwaardelijke toelating van gebundelde verkoop, ongeoorloofde waarborgen);
    • de uitvoering van de overeenkomst (terbeschikkingstelling van het kapitaalbedrag, financiering van goederen en diensten, maximale kosten en terugbetalingstermijnen vervroegde terugbetaling en beëindiging), overdracht van de kredietovereenkomst, niet-uitvoering, zekerheden door derden; en
    • gedragsregels voor kredietverstrekking via kredietbemiddelaars.

    Verder vervangt de wet Hoofdstuk 3 van Titel 5 van Boek VII WER inzake de burgerrechtelijke sancties (o.a. nietigheid of ontbinding van de kredietovereenkomst, schadevergoedingen en beperkingen van de verplichtingen) die de kredietgever, de kredietbemiddelaar of de consument kunnen oplopen wanneer ze bovenvermelde verplichtingen niet naleven en wijzigt ze de bepalingen van Boek XV WER inzake de strafrechtelijke handhaving m.b.t. inbreuken op Boek VII.

    De wet bevat tot slot overgangsbepalingen die de toepassing van welbepaalde nieuwe bepalingen op nog te sluiten en reeds lopende kredietovereenkomsten regelen (zie art. 41).

    BANK- EN KREDIETWEZEN
    Hypothecair krediet - Kredietovereenkomst
    CONSUMENTENRECHT
    Consumentenrecht - Nationaal recht - Consumentenkrediet
    BANQUE ET CRÉDIT
    Crédit hypothécaire - Contrat de crédit
    DROIT DE LA CONSOMMATION
    Droit de la consommation - Droit national - Crédit à la consommation
    [1] Richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen nr. 2008/48/EG en nr. 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010 (Pb.L. van 28 februari 2014, afl. 60, 34).