Met deze richtsnoeren werkt de Europese Bankenautoriteit (“EBA”) het kader voor de samenwerkingsovereenkomsten tussen de depositogarantiestelsels (“DGS's”) verder uit. DGS's moeten overeenkomstig artikel 4 van richtlijn nr. 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2016 inzake de depositogarantiestelsels [2] worden ingevoerd en een officiële erkenning bekomen, en overeenkomstig artikel 14, 5. van diezelfde richtlijn schriftelijke samenwerkingsovereenkomsten sluiten.
De richtsnoeren beogen de weerbaarheid van de DGS's te versterken en de deposanten een betere bescherming te bieden, inclusief bij het falen van een kredietinstelling met grensoverschrijdende vestigingen, door de minimuminhoud van de samenwerkingsovereenkomsten vast te leggen. Daartoe wordt een model van multilaterale kaderovereenkomst gevoegd bij de richtsnoeren waartoe de DGS's kunnen toetreden. Voorts schrijven de richtsnoeren regels voor inzake de volgorde en timing voor het geval een lokale DGS een uitbetaling verricht aan deposanten in naam en voor rekening van een DGS in een andere lidstaat.
FINANCIEEL RECHT
Kredietinstellingen - Depositobescherming
|
DROIT FINANCIER
Etablissements de crédit - Protection des dépôts
|
[1] | www.eba.europa.eu/regulation-and-policy/recovery-and-resolution/guidelines-on-cooperation-agreements-betw een-deposit-guarantee-schemes. |
[2] | Pb.L. 173 van 12 juni 2014. |