Deze gedelegeerde verordening, gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) werden opgesteld op grond van artikel 5, 2. van verordening (EU) nr. 648/2012 [1] (“EMIR”), bepaalt op welke klassen van OTC-derivaten de clearingverplichting opgelegd door artikel 4 EMIR van toepassing is, de data met ingang waarvan de clearingverplichting in werking treedt en de minimale resterende looptijd van OTC-derivatencontracten die werden gesloten of verlengd op of na de datum van kennisgeving aan de ESMA door de bevoegde autoriteit die een vergunning voor het vereffenen van OTC-derivaten heeft verleend maar voor de inwerkingtreding van de clearingverplichting. De tegenpartijen bij dergelijke OTC-derivaten worden in vier categorieën onderverdeeld teneinde te bepalen op welke datum de clearingverplichting in werking treedt.