Hof van beroep Antwerpen (4^de k.)14 maart 2016

Tijdens een wegtransport wordt een wijnkoeler beschadigd. De vervoerder wordt door de ladingbelanghebbende aansprakelijk gesteld, waarna de verzekeraar van de vervoerder op diverse tijdstippen bijkomende (technische) informatie opvraagt, zonder echter duidelijk de aansprakelijkheid van de vervoerder te betwisten. Het hof oordeelt dat deze communicatie van de verzekeraar een gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt bij de ladingbelanghebbende dat de aansprakelijkheid van de vervoerder werd aanvaard, waardoor de verjaring werd geschorst conform artikel 32, 2. CMR.

De wijnkoeler werd in onverpakte toestand vervoerd. Dit feit was bekend aan de vervoerder, die bovendien vroeger reeds identieke toestellen (eveneens onverpakt) had vervoerd. In die omstandigheden kan de vervoerder zich niet beroepen op de afwezigheid van verpakking (art. 17, 4., b) CMR) of voorhouden dat de schade te wijten is aan de eigen aard van het goed (art. 17, 4., d) CMR). Bij gebrek aan technische vaststellingen bewijst de vervoerder evenmin dat de wijnkoeler behept zou zijn geweest met een gebrek.