Hof van Justitie 3 december 2015
Banif Plus Bank Zrt. / Marton Lantos en Martonne Lantos
Zaak: C-312/14 |
Deze zaak betrof een betwisting over een leningsovereenkomst waarbij het geleende kapitaal en de verschuldigde maandelijkse afbetalingen in vreemde valuta waren uitgedrukt, terwijl het kapitaal was uitbetaald in nationale valuta en de terugbetalingen in nationale valuta moesten gebeuren.
Het Hof van Justitie werd via een prejudiciële vraag verzocht te oordelen of wisseltransacties in het kader van die overeenkomst betrekking hadden op financiële instrumenten en als een beleggingsdienst of -activiteit in de zin van richtlijn nr. 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten (“MiFID I”) moesten worden gekwalificeerd.
De bank was van oordeel dat zij met betrekking tot deze overeenkomst noch een beleggingsdienst, noch een nevendienst van beleggingsdiensten, noch een dienst m.b.t. goederenbeurzen had verricht, en het louter een consumentenkredietovereenkomst betrof die gesloten werd in het kader van de leningsactiviteiten van de bank. Dit zou er volgens de bank toe leiden dat de betrokken leningsovereenkomst niet onder de bescherming van de MiFID I valt.
Het Hof oordeelde dat in casu de vreemde valuta als rekeneenheid diende en de transacties beperkt waren tot omrekening in de nationale valutamunt (betaalmunt) van de bedragen van de lening en de maandelijkse afbetalingen die in vreemde valuta waren uitgedrukt (rekenmunt). De betrokken transacties strekten er volgens het Hof niet toe een belegging te doen.
Het Hof oordeelde dat - onder verdere verificatie door de verwijzende rechter - in casu de in vreemde valuta verrichte wisseltransacties die in het kader van een leningsovereenkomst in vreemde valuta werden verricht (ingevolge de bepaling van het bedrag van de lening op basis van de aankoopkoers van de vreemde valuta op de datum van vrijgave van het geld, en de bepaling van de bedragen van de maandelijkse afbetalingen op basis van de verkoopkoers van die vreemde valuta op de datum waarop iedere maandelijkse afbetaling wordt berekend) geen financieel instrument betreft in de zin van MiFID I en niet als een beleggingsdienst of -activiteit in de zin van artikel 4, 1., (2) MiFID I kunnen worden aangemerkt.
R.F. en J.D.
BANK- EN KREDIETWEZEN
Consumentenkrediet - MiFID - Financiële instrumenten
|
BANQUE ET CRÉDIT
Crédit à la consommation - MiFID - Instruments financiers
|