Op 22 december 2015 publiceerde de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) richtsnoeren met betrekking tot de koppelverkoop van financiële instrumenten onder richtlijn nr. 2014/65/EU [1] (“MiFID II”) die van toepassing zullen zijn vanaf 3 januari 2017. Deze richtsnoeren worden vastgesteld op grond van zowel ESMA's algemene bevoegdheid om richtsnoeren vast te stellen ex artikel 16 van verordening nr. 1095/2010/EU [2] als op grond van de verplichting, die haar door artikel 24, 11., derde lid van MiFID II wordt opgelegd, om in samenwerking met de Europese Bankautoriteit (“EBA”) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (“EIOPA”) uiterlijk op 3 januari 2016 richtsnoeren voor de beoordeling van en het toezicht op koppelverkoop te ontwikkelen.
De richtsnoeren zijn gericht tot de bevoegde autoriteiten die toezicht uitoefenen op ondernemingen die onderworpen zijn aan de bepalingen van MiFID II, richtlijn nr. 2009/65/EG [3] (“UCITS IV-richtlijn”) of richtlijn nr. 2011/61/EU [4]. Ze zijn van toepassing op de koppelverkoop zoals gedefinieerd in artikel 4, 1., (42) MiFID II, i.e. “het aanbieden van een beleggingsdienst samen met een andere dienst of een ander product als onderdeel van een pakket of als voorwaarde waarvan de overeenkomst of het pakket afhankelijk is gesteld”, waarbij het, in functie van de al dan niet afzonderlijke beschikbaarheid van één of meer van de samengevoegde producten, gaat om een “bundled package” of een “tied package”. De richtsnoeren strekken ertoe een coherente en effectieve aanpak vast te stellen in het toezicht op de koppelverkoop van financiële instrumenten door de voornoemde ondernemingen, die bijdraagt tot de verbetering van de investeerderbescherming binnen de lidstaten.
De richtsnoeren leggen de bevoegde autoriteiten die toezicht uitoefenen op de voormelde bedrijven die koppelverkopen in de zin van de bovenstaande definitie in hoofdzaak de volgende verplichtingen op:
- vereisen dat de ondernemingen informatie verschaffen omtrent de prijs van zowel het pakket als van de afzonderlijke producten waaruit het is samengesteld (richtsnoer 1) en omtrent essentiële niet prijsgerelateerde elementen en risico's (richtsnoer 5);
- vereisen dat de ondernemingen de bovenvermelde informatie verschaffen in eenvoudige taal op een prominente en accurate wijze, ontdaan van elke misleiding omtrent of verhulling van de werkelijke kost, binnen een redelijke termijn voorafgaandelijk aan het sluiten van de overeenkomst (richtsnoeren 2, 3, 4 en 6);
- vereisen dat de ondernemingen de cliënt afdoende informeren omtrent de mogelijkheid de producten waaruit het pakket is samengesteld afzonderlijk te kopen en dat ze de aankoopopties aan de cliënt presenteren op een wijze die een bewuste keuze onderstelt (richtsnoer 7);
- vereisen dat de ondernemingen een adequate scholing voorzien voor het personeel dat instaat voor de distributie van elk van de producten die deel uitmaken van het pakket (richtsnoer 8);
- vereisen dat de ondernemingen remuneratiestelsels en verkoopincentieven hanteren die verantwoordelijke handelspraktijken, de eerlijke behandeling van cliënten en het vermijden van belangenconflicten bespoedigen (richtsnoer 9); en
- vereisen dat de ondernemingen herroepingstermijnen of opzegmogelijkheden, die gelden voor de onderdelen van het pakket wanneer deze afzonderlijk worden verkocht, ook toepassen voor de onderdelen van een pakket en dat ze de cliënten, behoudens gerechtsvaardige redenen, toelaten het pakket te splitsen zonder disproportionele sancties (richtsnoer 10).
FINANCIEEL RECHT
Financiële markten - Gedragsregels
|
DROIT FINANCIER
Marchés financiers - Principes
|
[1] | Richtlijn nr. 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn nr. 2002/92/EG en richtlijn nr. 2011/61/EU (Pb.L. 12 juni 2014, afl. 173, 349). |
[2] | Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van besluit 2009/77/EG van de Commissie (Pb.L. 15 december 2015, afl. 331, 84). |
[3] | Richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (Pb.L. 17 november 2009, afl. 302, 32). |
[4] | Richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de richtlijnen nrs. 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (Pb.L. 1 juli 2011, afl. 174, 1). |