Hof van Cassatie 18 februari 2016, www.cass.be

Krachtens artikel 2220 BW kan men vooraf geen afstand doen van de verjaring, maar kan wel afstand worden gedaan van een verkregen verjaring.

Krachtens artikel 2221 BW geschiedt afstand van verjaring uitdrukkelijk of stilzwijgend en wordt de stilzwijgende afstand afgeleid uit een daad die doet veronderstellen dat men zijn verkregen recht heeft laten varen.

Krachtens artikel 2224 BW kan men zich op de verjaring beroepen in elke stand van het geding, zelfs voor het hof van beroep, tenzij de omstandigheden doen vermoeden dat de partijen die zich op het verjaring niet beroepen, daarvan afstand heeft gedaan.

Deze bepalingen laten in zaken van privaat belang toe afstand te doen niet alleen van een verkregen verjaring, maar ook van de reeds verlopen tijd van een nog steeds lopende verjaring. Afstand van de reeds verkregen verjaring of van de reeds verlopen tijd van een nog steeds lopende verjaring wordt niet vermoed en kan alleen worden afgeleid uit feiten die voor geen andere uitleg vatbaar zijn. Het behoort aan de rechter hieromtrent in feite te oordelen.