Article

– Besluit van het Europees Comité voor Systeem­risico's van 21 juli 2015 betreffende het verstrekken en verzamelen van informatie voor het macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel binnen de Unie en tot intrekking van besluit ESRB/2011/6, Pb.C. van 27 november 2015, afl. 394, 4 (inwerkingtreding 21 juli 2015, behoudens Bijlage II), R.D.C.-T.B.H., 2016/3, p. 308-309

Besluit van het Europees Comité voor Systeem­risico's van 21 juli 2015 betreffende het verstrekken en verzamelen van informatie voor het macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel binnen de Unie en tot intrekking van besluit ESRB/2011/6, Pb.C. van 27 november 2015, afl. 394, 4 (inwerkingtreding 21 juli 2015, behoudens Bijlage II)

Dit besluit kadert in de taak van het Europees Comité voor systeemrisico's (“ESRB”) om alle informatie te vergaren en te analyseren die nodig is voor het macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel binnen de Europese Unie, teneinde bij te dragen tot het beperken of het voorkomen van systeemrisico's voor de financiële stabiliteit binnen de Europese Unie (zie art. 3, 2. van verordening (EU) nr. 1092/2010 [1]). In die context geldt de verplichting voor o.a. de Europese toezichthoudende autoriteiten (“ESA's”), het Europees Stelsel van Centrale Banken (“ESCB”) en de nationale toezichthoudende autoriteiten om het ESRB alle voor het vervullen van zijn taken benodigde informatie te verstrekken (zie art. 15, 2. van verordening (EU) nr. 1092/2010). Dit besluit actualiseert het kader voor de regelmatige verstrekking van geaggregeerde informatie door te bepalen welke geaggregeerde informatie het ESRB nodig heeft voor de uitvoering van zijn taken en de gedetailleerde regels vast te stellen voor het verstrekken en verzamelen van die informatie. Bijlage I bij het besluit legt vast welke informatie de ECB op welke wijze aan het ESRB moet verschaffen (inzonderheid zgn. “Gedeelde gegevens” overeenkomstig het Memorandum van Overeenstemming van 25 september 2013). Bijlage II bij het besluit legt vast welke informatie de Europese Bankautoriteit (EBA) (i.e. de risico-indicatoren en de instrumenten voor gedetailleerde risico-analyse) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) (i.e. een set indicatoren afgeleid uit de gegevens van aan EIOPA door de nationale toezichthouders overlegde reguliere toezichtrapportages inzake Solvabiliteit II) op welke wijze (i.e. voor iedere lidstaat afzonderlijk volgens het algemene aggregatievereiste) aan het ESRB over moeten maken. Bijlage III bij het besluit heeft betrekking op het ad hoc verzoeken om informatie door het ESRB en legt vast op welke wijze (1) reeds beschikbare informatie die niet verplicht moest worden overdragen, moet worden overhandigd, en (2) de twee typen van ad hoc onderzoeken gevoerd moeten worden.

Bijlage II treedt pas in werking indien de erin vermelde indicatoren eveneens zijn voortgebracht én de relevante technische specificaties inzake gegevensverstrekking zijn vastgelegd door het ESRB-secretariaat.

BANK- EN KREDIETWEZEN
Europees bankrecht - Toezicht op de kredietinstellingen - Algemeen
BANQUE ET CRÉDIT
Droit bancaire européen - Contrôle des banques - Généralités
[1] Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende macroprudentieel toezicht van de Europese Unie op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico's, Pb.L. van 15 december 2010, afl. 331, 1.