De wet van 26 oktober 2015 houdende wijziging van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere wijzigingsbepalingen (BS 30 oktober 2015) bevat voornamelijk wijzigingsbepalingen die betrekking hebben op het Wetboek van Economisch Recht, maar voert tevens een aantal punctuele wijzigingen in aan de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (W.Verz.).

Zo wordt de mogelijkheid voorzien voor de voogd of bewindvoerder om een machtiging te bekomen tot vrijmaking van sommen die door een verzekeraar werden betaald op een onbeschikbare rekening geopend op naam van een minderjarige, onbekwaamverklaarde en ander onbekwame (art. 68, 2. en 246, 5. W.Verz.). Inzake de ziekteverzekeringsovereenkomst wordt bepaald dat de verzekeraar deze kan wijzigen omwille van de toepassing van nieuwe regelgeving, op voorwaarde dat de wijziging in het belang van de verzekerde en mits akkoord van de verzekeringnemer gebeurt (art. 204, § 1, 3. W.Verz.).

Verder worden een aantal wijzigingen ingevoerd in de bepalingen van de wet van 4 april 2014 die handelen over verzekeringsbemiddeling. Het gaat voornamelijk om wijzigingen die door de wet van 19 april 2014 waren aangebracht aan de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, maar die niet waren overgenomen in de wet van 4 april 2014, die voormelde wet van 27 maart 1995 met ingang van 1 november 2014 heeft opgeheven (onder meer de regel dat verzekeringstussenpersonen voorheen niet failliet mogen zijn verklaard, tenzij rehabilitatie heeft plaatsgevonden - art. 268, § 2, 2. en 269, 2. W.Verz.).

De wet van 26 oktober 2015 bevat ook een aantal wijzigingsbepalingen met betrekking tot de wet van 13 november 2011 betreffende de vergoeding van de lichamelijke en morele schade ingevolge een technologisch ongeval en de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme.