Article

Actualité : Pb.C. 183 van 4 juni 2015EFTA-Hof, 24/11/2014, R.D.C.-T.B.H., 2015/9, p. 930

EFTA-Hof 24 november 2014, Pb.C. 183 van 4 juni 2015

Sævar Jón Gunnarson / Landsbankinn hf.

Zaak: E-27/13
BANK - EN KREDIETWEZEN
Bankverrichtingen - Consumentenkrediet


BANQUE ET CRÉDIT
Opérations bancaires - Crédit à la consommation


Deze zaak betrof een consumentenkredietovereenkomst, gesloten ten tijde van richtlijn nr. 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (de “richtlijn consumentenkrediet”).

In casu was deze kredietovereenkomst gesloten onder de vorm van een obligatie, waarbij naast de terugbetaling van het hoofdbedrag en de interesten, de lening gekoppeld was aan de evolutie van de consumentenprijsindex.

Een bijlage bij de overeenkomst hield een schatting in van elke terugbetaling van de lening en de daarbij gepaard gaande kosten, waarbij uitgegaan werd van een inflatiegraad van 0%, terwijl deze in werkelijkheid veel hoger lag.

Het Hof oordeelde dat wanneer een kredietovereenkomst gekoppeld is aan de consumentenprijsindex en de kosten van het krediet dus veranderen in overeenstemming met de inflatie, het niet in overeenstemming is met de richtlijn consumentenkrediet om de totale kosten van het aan de consument verleende krediet en het jaarlijkse kostenpercentage op basis van 0% inflatie te berekenen, indien de gekende inflatiegraad op het moment van het aangaan van de kredietovereenkomst niet gelijk was aan 0%.

Het Hof oordeelde dat op voorwaarde dat het beschermingsniveau waarin de richtlijn consumentenkrediet voorziet niet in gevaar wordt gebracht, het aan de nationale rechter is om de rechtsgevolgen van en de rechtsmiddelen tegen dergelijke onjuiste informatie te beoordelen.

Dit arrest blijft ook onder toepassing van richtlijn nr. 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake kredietovereenkomsten voor consumenten, die de richtlijn consumentenkrediet nr. 87/102/EEG vervangt, van belang, gezien deze een gelijkaardige verplichting inzake vermelding van het jaarlijkse kostenpercentage bevat (art. 10, 2., g)).