Article

– Richtlijn nr. 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie, Pb.L. 141 van 5 juni 2015, in werking getreden op 25 juni 2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/9, p. 927-928

Richtlijn nr. 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie, Pb.L. 141 van 5 juni 2015, in werking getreden op 25 juni 2015

Met deze nieuwe richtlijn wordt het bestaande kader inzake witwassen van geld (richtlijn nr. 2005/60/EG [1] en richtlijn nr. 2006/70/EG [2]) vervangen. De nieuwe regeling houdt rekening met de door de Financial Action Task Force (FATF) in februari 2012 vastgestelde International Standards on Combating Money Laundering and the Financing of Terrorism and Proliferation (de “herziene FATF-aanbevelingen”), evenwel met respect voor het Unierecht inzake gegevensbescherming en de bescherming van de grondrechten zoals verankerd in het handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.

Door de nieuwe regeling wordt de lijst van meldingsplichtigen als volgt aangepast (met dien verstande dat onder bepaalde voorwaarden lidstaten uitsluitingen en vrijstellingen kunnen voorzien):

    • uitbreiding tot de personen (andere dan diegenen die specifiek vernoemd worden zoals kredietinstellingen, financiële instellingen, auditors, onafhankelijke beoefenaars van juridische beroepen) die handelen in goederen, voor zover er contante betalingen worden gedaan of ontvangen voor een bedrag van 10.000 EUR of meer (voorheen bedroeg de minimumdrempel 15.000 EUR);
    • opname in de lijst van de vastgoedmakelaars (voorheen verwijzing naar makelaars in onroerend goed);
    • uitbreiding tot aanbieders van kansspeldiensten (voorheen verwijzing naar casino's).

    Verder wordt onder de definitie van criminele activiteit nu ook de fiscale misdrijven opgenomen als strafbaar feit, met als gevolg dat de notie witwassen in deze richtlijn ook uitdrukkelijk uitgebreid wordt tot fiscale misdrijven.

    De richtlijn versterkt daarnaast de risicogebaseerde aanpak. De richtlijn legt inzake risicobeoordeling verplichtingen op aan de Commissie (opstelling van een verslag inzake witwasrisico en risico van terrorismefinanciering tegen uiterlijk 26 juni 2017) en aan de lidstaten. Met betrekking tot het cliëntenonderzoek wordt de risicogebaseerde aanpak verder uitgebreid.

    Nieuw in vergelijking met richtlijn nr. 2005/60/EG is ook nog de invoering van het zogeheten centraal register (ook wel Ultimate Beneficial Owner - UBO-register genoemd), waarin de informatie over de uiteindelijk begunstigden moet worden opgenomen.

    Tot slot scherpt de nieuwe regeling de administratieve sancties aan.

    Deze richtlijn moet door de lidstaten worden omgezet in nationaal recht, uiterlijk tegen 26 juni 2017.

    FINANCIEEL RECHT
    Financiële markten - Marktmisbruik - Witwasreglementering
    DROIT FINANCIER
    Marchés financiers - Abus de marché - Blanchiment de capitaux
    [1] Richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, Pb.L. 309 van 25 november 2005.
    [2] Richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van richtlijn nr. 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten, Pb.L. 214 van 4 augustus 2006.