Article

Actualité : Hof van beroep Brussel, 18/02/2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/5, p. 482-483

Hof van beroep Brussel 18 februari 2015

Reisagentenzaak
Zaak: 2013/MR/19-22 en 2013/MR/24-25
MEDEDINGING
Belgisch mededingingsrecht - Procedure - Huiszoeking


CONCURRENCE
Droit belge de la concurrence - Procédure - Perquisition


In 2006 werden huiszoekingen uitgevoerd bij een aantal ondernemingen in de reissector. De toenmalige Belgische mededingingswet van 1999 vereiste geen rechterlijke machtiging voor een huiszoeking in de lokalen, voertuigen en andere plaatsen van de ondernemingen. In de huidige versie van de mededingingswet is een voorafgaande machtiging van de onderzoeksrechter wel voorzien voor dergelijke onderzoeksdaden.

Sinds de inwerkingtreding van de huidige wet kan beroep worden aangetekend bij het hof van beroep te Brussel tegen beslissingen van het Auditoraat om gegevens te gebruiken die in het kader van een huiszoeking zijn verkregen. De reisagenten stelden beroep in tegen de huiszoekingen van 2006 die zonder rechterlijke machtiging hadden plaatsgevonden. De Belgische Mededingingsautoriteit, verweerder in deze procedure, betoogde dat huiszoekingen die waren uitgevoerd onder de mededingingswet van 1999 niet voorafgaandelijk moesten worden bevolen door een rechter.

In zijn arrest van 18 februari 2015 verwierp het hof van beroep de stelling van de Belgische Mededingingsautoriteit. Het hof oordeelde dat de huiszoekingen in strijd met artikel 15 van de Grondwet waren uitgevoerd, aangezien geen voorafgaande machtiging van een onderzoeksrechter was verkregen. De wet voorzag evenmin in een beroepsmogelijkheid die binnen een redelijke termijn een passend herstel kon bieden. Als gevolg van dit arrest moeten alle gegevens en documenten die in het kader van of dankzij de huiszoekingen werden verzameld, uit het onderzoeksdossier worden geweerd. Zij mogen niet worden gebruikt in de mededeling van de grieven.