Article

Hof van Cassatie, 30/01/2015, R.D.C.-T.B.H., 2015/5, p. 427-428

Hof van Cassatie 30 januari 2015

VENNOOTSCHAPPEN
Naamloze vennootschap - Algemeen - Financiering door een naamloze vennootschap van de verkrijging van haar effecten door een derde - Voorschieten van middelen
De vorige versie van artikel 629, § 1 van het Wetboek van Vennootschappen (vóór wijziging door het koninklijk besluit van 8 oktober 2008 tot wijziging van het Wetboek van Vennootschappen) bepaalde dat een naamloze vennootschap geen middelen mag voorschieten, leningen mag toestaan of zekerheden mag stellen met het oog op de verkrijging van haar aandelen of van haar winstbewijzen door derden of met het oog op de verkrijging of de inschrijving door een derde van certificaten die betrekking hebben op aandelen of winstbewijzen.
Dit verbod strekt tot de bescherming van het kapitaal van de vennootschap en waarborgt de schuldeisers van de vennootschap tegen insolvabiliteitsrisico's die het gevolg kunnen zijn van het voorschieten van middelen, het toestaan van leningen of het stellen van zekerheden.
Met het voorschieten van middelen, het toestaan van leningen of het stellen van zekerheden worden handelingen bedoeld die de teruggave impliceren van het voorschot, de lening of de zekerheden.
Het begrip “voorschieten van middelen” impliceert een terugbetalingsverplichting.
SOCIÉTÉS
Société anonyme - Généralités - Financement par une société anonyme de l'acquisition de ses titres par un tiers - Avance de fonds
La version antérieure de l'article 629, § 1er, du Code des sociétés (avant sa modification par l'arrêté royal du 8 octobre 2008 modifiant le Code des sociétés) disposait qu'une société anonyme ne pouvait avancer des fonds, ni accorder des prêts, ni donner des sûretés en vue de l'acquisition de ses actions ou de ses parts bénéficiaires par un tiers, ni en vue de l'acquisition ou de la souscription par un tiers de certificats se rapportant aux actions ou aux parts bénéficiaires.
Cette interdiction visait à préserver le capital de la société et à protéger les créanciers de la société contre tout risque d'insolvabilité qui serait la conséquence d'avances de fonds, prêts ou sûretés accordés par celle-ci.
Les avances de fonds, prêts ou sûretés visent toute opération impliquant la restitution d'une avance, d'un prêt ou d'une sûreté.
Le terme « avances de fonds » suppose qu'une obligation de remboursement soit prévue.

Telus Properties NV / Gustafsviks Verkstäder aktiebolag, vennootschap naar Zweeds recht

Zet.: E. Dirix (voorzitter), A. Fettweis en B. Deconinck (afdelingsvoorzitters), K. Mestdagh en G. Jocqué (raadsheren)
OM: Ch. Vandewal (advocaat-generaal)
Pl.: Mr. P. Lefèbvre
Zaak: C.14.0059.N
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 17 oktober 2013.

Raadsheer K. Mestdagh heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Ch. Vandewal heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddelen

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, twee middelen aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste middel
Eerste onderdeel

1. Krachtens artikel 629, § 1 Wetboek van Vennootschappen, zoals hier toepasselijk, mag een naamloze vennootschap geen middelen voorschieten, leningen toestaan of zekerheden stellen met het oog op de verkrijging van haar aandelen of van haar winstbewijzen door derden of met het oog op de verkrijging of de inschrijving door een derde van certificaten die betrekking hebben op aandelen of winstbewijzen.

2. Deze bepaling verbiedt de financiële ondersteuning door een naamloze vennootschap in de limitatief opgesomde gevallen van het voorschieten van middelen, het toestaan van leningen of het stellen van zekerheden met het oog op de verkrijging van haar aandelen of van haar winstbewijzen door derden of met het oog op de verkrijging of de inschrijving door een derde van certificaten die betrekking hebben op aandelen of winstbewijzen.

Dit verbod strekt tot de bescherming van het kapitaal van de vennootschap en waarborgt de schuldeisers van de vennootschap tegen insolvabiliteitsrisico's die het gevolg kunnen zijn van het voorschieten van middelen, het toestaan van leningen of het stellen van zekerheden.

Met het voorschieten van middelen, het toestaan van leningen of het stellen van zekerheden worden handelingen bedoeld die de teruggave impliceren van het voorschot, de lening of de zekerheden.

3. Het onderdeel dat ervan uitgaat dat het “voorschieten van middelen” geen terugbetalingsverplichting veronderstelt, faalt in zoverre naar recht.

4. Voor het overige komt het onderdeel op tegen ten overvloede gegeven redenen, zodat het niet tot cassatie kan leiden en in zoverre niet ontvankelijk is bij gebrek aan belang.

Tweede onderdeel

5. Artikel 6 van de overeenkomst van 2 juni 2005 bepaalt dat “indien tegen uiterlijk 31 maart 2007 een uitvoerbare stedenbouwkundige vergunning met een bovengrondse bewoonbare netto vloeroppervlakte van de appartementen en studio's die deel zullen uitmaken van het gebouwencomplex van méér dan 6.500 m² wordt bekomen (...) volgende bijkomende vergoedingen (zullen) verschuldigd zijn; voor de bijkomende bovengrondse bewoonbare netto vloeroppervlakte van de appartementen en studio's die deel zullen uitmaken van het gebouwencomplex boven de 6.500 m²: 200 EUR per m² ten titel van successfee, door Gustafsviks te factureren aan de vennootschap”.

6. Met zijn oordeel dat “nergens blijkt dat de successfee in feite een bijkomende vergoeding voor aandelen beoogt” en “er (...) overigens wel degelijk een tegenprestatie bedongen (is)”, geeft de appelrechter een uitleg van de overeenkomst van 2 juni 2005 die niet onverenigbaar is met de bewoordingen ervan, en miskent hij bijgevolg niet de bewijskracht ervan.

7. Het is niet tegenstrijdig te oordelen, eensdeels, dat de overeenkomst “koop verkoop van aandelen en de ongetitelde overeenkomst van 2 juni 2005 één overeenkomst (vormen)” en anderdeels, dat “nergens blijkt dat de successfee in feite een bijkomende vergoeding voor aandelen beoogt”.

Het onderdeel mist feitelijke grondslag.

Tweede middel
Eerste onderdeel

8. De appelrechter die oordeelt dat “het de gemeenschappelijk bedoeling van partijen was dat de verschuldigdbaarheid van de successfee enkel afhangt van het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning die in een bijkomende bovengrondse bewoonbare netto-vloeroppervlakte boven de 6.500 m² voorziet” en “niet de data, maar de termijn van 9 maanden volgend op het indienen van de aanvraag, bepalend zijn” voor het verschuldigd zijn van de succesfee, geven een uitleg van voormeld artikel 6 van de overeenkomst van 2 juni 2005 die met de bewoordingen ervan niet onverenigbaar is en miskent mitsdien niet de bewijskracht ervan.

Het onderdeel mist feitelijke grondslag.

Tweede onderdeel

9. Het onderdeel kan, gelet op de beslissing over het eerste onderdeel, niet tot cassatie leiden en is mitsdien niet ontvankelijk.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiseres tot de kosten.

Bepaalt de kosten voor de eiseres op 647,25 EUR.

(…)