Article

Actualité : Gerecht van de Europese Unie, 17/12/2014, R.D.C.-T.B.H., 2015/3, p. 297-298

Gerecht van de Europese Unie 17 december 2014

Si.mobil telekomunikacijske storitve

Zaak: T-201/11
MEDEDINGING
Europees mededingingsrecht - Machtspositie - Misbruiken - Afwijzing van een klacht


CONCURRENCE
Droit européen de la concurrence - Position dominante - Abus - Rejet d'une plainte


De Sloveense telecomoperator Si.mobil diende in 2009 bij de Europese Commissie een klacht in tegen de beweerdelijke schending door haar concurrent Mobitel van artikel 102 VWEU. De klacht had betrekking zowel op de groothandels- als kleinhandelsmarkt van mobiele telefonie. De Commissie wees de klacht af op basis van de dubbele vaststelling, enerzijds, dat de aangeklaagde praktijken op de kleinhandelsmarkt reeds werden onderzocht door de Sloveense Mededingingsautoriteit en, anderzijds, dat er geen afdoende Uniebelang bestond voor een onderzoek naar de praktijken op de groothandelsmarkt. Si.mobil ging tegen de beslissing van de Commissie in beroep.

Het Gerecht oordeelt dat de Commissie de klacht terecht heeft verworpen voor wat de kleinhandelsmarkt betreft. Op grond van artikel 13 van verordening nr. 1/2003 kan de Commissie een klacht afwijzen als aan twee voorwaarden is voldaan: 1) dat een nationale mededingingsautoriteit de zaak behandelt en 2) dat deze zaak “eenzelfde overeenkomst, besluit van een ondernemersvereniging of feitelijke gedraging” betreft. Wanneer aan deze twee voorwaarden is voldaan, heeft de Commissie “voldoende grond” om de bij haar ingediende klacht af te wijzen en is zij niet verplicht het Uniebelang bij verder onderzoek van de klacht te beoordelen. Volgens het Gerecht had de Commissie terecht geoordeeld dat aan beide voorwaarden was voldaan.

Wat betreft de groothandelsmarkt oordeelt het Gerecht dat de Commissie terecht mocht oordelen dat er geen afdoende Uniebelang bestond voor een onderzoek naar de aangeklaagde praktijken.