Gerechtshof 's-Hertogenbosch 6 november 2014

In eerste aanleg werd het faillissement geopend jegens de schuldenaar met statutaire zetel in Nederland. In hoger beroep verklaart het Gerechtshof 's-Hertogenbosch zich onbevoegd om het faillissement van de schuldenaar uit te spreken op basis van een analyse van de feitelijke omstandigheden en de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie dienaangaande. Het vermoeden ten gunste van de statutaire zetel wordt weerlegd geacht. Door de schuldenaar werd aangevoerd dat de statutaire zetel, na de beëindiging van de beroepsactiviteiten in Nederland, nog slechts een “lege huls” vormde. Alle resterende activiteiten vonden plaats in België. De “verhuis” naar België was voor derden objectief verifieerbaar. Het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar bevond zich aldus in België