Vanaf 1 januari 2014 werden effecten aan toonder waarvan de eigenaar nog niet om de omzetting had gevraagd, van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten of in effecten op naam, waarbij de inschrijving werd genomen op naam van de emittent. Vanaf 1 januari 2015 treden er nieuwe mechanismen in werking inzake de afschaffing van effecten aan toonder (wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, zoals gewijzigd). Vanaf 1 januari 2015 w­orden de effecten die tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt, door de emittent verkocht op een gereglementeerde markt. De effecten die niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, worden in openbare verkoop verkocht door de emittent. De wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder maakt echter geen onderscheid tussen effecten aan toonder die vervallen, zoals obligaties, kasbons, coupons van dividenden en interesten, en anderzijds de effecten aan toonder die niet vervallen, zoals aandelen of in voorkomend geval eeuwigdurende obligaties. De vraag stelde zich dan ook of de verplichte verkoop slaat op zowel vervallen als niet-vervallen effecten.

De minister heeft verduidelijkt dat de verplichte verkoop enkel geldt voor niet-vervallen effecten. Vervallen effecten kunnen niet worden verkocht. De bedragen blijven behouden op de rekening van de emittent die verantwoordelijk blijft voor de teruggave ervan. In het kader van de opheffing van de effecten aan toonder dient enkel de tegenwaarde van de laatste coupon, verbonden aan de mantel, te worden overgemaakt aan de Deposito- en Consignatiekas. Deze overdracht wordt gelijkgeschakeld aan de overdracht van de tegenwaarde van de verkochte effecten.

De modaliteiten inzake de verplichte verkoop werden verder uitgewerkt in twee KB's van 25 juli 2014 (BS 8 september 2014).