Article

Actualité : Hof van beroep Luik, 26/06/2014, R.D.C.-T.B.H., 2015/1, p. 119-120

Hof van beroep Luik 26 juni 2014

Zaak: 2010/RG/1911
KWALITEIT VAN GOEDEREN EN DIENSTEN
Productaansprakelijkheid en aansprakelijkheid voor diensten


QUALITÉ DES PRODUITS ET SERVICES
Responsabilité du fait des produits et des services


Volgens artikel 12, § 2 van de wet productenaansprakelijkheid verjaart een rechtsvordering steunend op die wet na verloop van 3 jaar, te rekenen van de dag waarop het slachtoffer er redelijkerwijs kennis van had moeten hebben.

Deze verjaringstermijn kan pas een aanvang nemen vanaf het moment dat het slachtoffer kennis heeft van (i) zijn schade, (ii) van het feit dat deze te wijten is aan het gebrekkig product en (iii) van de identiteit van de fabrikant/invoerder.

De eiser (een verzekeraar, gesubrogeerd in de rechten van het slachtoffer) stelde dat de verjaringstermijn pas een aanvang kon nemen nadat hij de resultaten had ontvangen van het onderzoek van het ministerie voor Economische Zaken en het Arbeidsauditoraat omtrent de gebrekkige aard van het product. Het hof van beroep oordeelde echter dat de daadwerkelijke vaststelling van het gebrek niet noodzakelijk is om de verjaring te doen starten. Een simpel vermoeden van het gebrek volstaat.

Ten tijde van het ongeval was het slachtoffer slechts op de hoogte van de identiteit van één van de drie uiteindelijk gedagvaarde fabrikanten. De verzekeraar ging pas na meer dan 3 jaar na het ongeval op zoek naar de identiteit van deze twee andere fabrikanten. Uit de voorgelegde correspondentie blijkt dat deze uiteindelijk na een jaar werden gevonden. Het Hof achtte dat een redelijk voorzichtig persoon reeds binnen de 3 maanden na het ongeval op zoek zou zijn gegaan naar de identiteit van de fabrikanten en oordeelde daarom dat de verjaringstermijn begon te lopen één jaar en 3 maanden na het ongeval.