Een van de talrijke bepalingen van de wet verduidelijkt de voorwaarden om tot een ontbinding en vereffening in één akte te kunnen overgaan. Artikel 184, § 5 W.Venn. bepaalt thans niet langer dat de tussentijdse staat van activa en passiva die moet worden opgesteld voor de ontbinding geen passiva mag bevatten. In het verleden gaf deze voorwaarde aanleiding tot discussies voor kosten of provisies verbonden met de ontbinding zelf (bv. kosten van de bedrijfsrevisor, notaris, juridische kosten, fiscale provisies, enz.) die nog op de passiefzijde van de tussentijdse staat voorkwamen. Bovendien werd er op gewezen dat de posten van het eigen vermogen ook aan de passiefzijde staan, hetgeen een vereenvoudigde ontbinding niet in de weg mag staan.
In de toekomst is het duidelijk dat uitstaande kosten of provisies die desgevallend voorkomen op de staat van activa en passiva de toepassing van de vereenvoudigde procedure niet langer verhinderen. Op voorwaarde dat de betrokken kosten worden betaald of geconsigneerd voorafgaandelijk aan de ontbindingsakte. Het verslag van de commissaris, bedrijfsrevisor of externe accountant vermeldt deze terugbetaling of consignatie in zijn conclusies. De keerzijde van de nieuwe regeling is wel dat bovenvermelde kosten of provisies verbonden met de ontbinding zelf effectief moeten zijn betaald of geconsigneerd vooraleer de vereenvoudigde procedure kan worden toegepast. Voorheen werd op basis van parlementaire vragen aanvaard dat zulke kosten verbonden aan de vereffening zelf - ook al kwamen ze voor op de passiefzijde van de tussentijdse staat en ook al waren ze nog niet betaald - een toepassing van de vereenvoudigde procedure niet in de weg stonden.
VENNOOTSCHAPPEN
Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: gemeenschappelijke bepalingen - Ontbinding
|
SOCIÉTÉS
Sociétés dotées de la personnalité juridique: dispositions générales - Dissolution
|