Article

– Richtlijn 2014/17 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb.L. 28 februari 2014, R.D.C.-T.B.H., 2014/5, p. 528

Richtlijn 2014/17 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb.L. 28 februari 2014

Voormelde richtlijn, die tegen 21 maart 2016 in nationaal recht moet zijn omgezet en vanaf dan door de lidstaten moet worden toegepast, introduceert een geharmoniseerd Europees kader voor kredieten aan consumenten 1/ die gewaarborgd worden door een hypotheek of een gebruikelijke andere vergelijkbare zekerheid op voor bewoning bestemde onroerende goederen of die gewaarborgd worden door een recht op voor bewoning bestemde onroerende goederen en 2/ voor het verkrijgen of het behouden van eigendomsrechten betreffende grond of een bestaand of gepland gebouw.

De richtlijn beoogt o.m. een meer transparante, efficiënte en concurrerende interne markt voor deze kredieten tot stand te brengen en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te garanderen. De richtlijn bevat bepalingen inzake onder andere de volgende aspecten:

- financiële scholing van consumenten;

- gedragsregels bij de verstrekking van de kredieten (inclusief inzake beloningsbeleid) en kennis- en bekwaamheidsvereisten voor kredietgevers, kredietbemiddelaars en aangestelde vertegenwoordigers;

- praktijken voorafgaand aan het sluiten van het krediet (reclame, koppelverkoop en gebundelde verkoop);

- algemene informatieverplichtingen en precontractuele informatieverplichtingen (introductie van een gestandaardiseerd Europees informatieblad (European Standardised Information Sheet - ESIS) en toelichtingen;

- berekening van het jaarlijkse kostenpercentage;

- kredietwaardigheidsbeoordeling van de consument door kredietgevers en normen voor de waardebepaling van onroerende goederen, toegang tot gegevensbanken in een lidstaat om de kredietwaardigheid te beoordelen;

- adviesverlening;

- leningen in vreemde valuta en variabele rentevoet;

- uitvoering van kredietovereenkomsten (vervroegde aflossing, ten uitvoerlegging van de zekerheid, informatie betreffende wijzigingen in de debetrentevoet, achterstallige betaling en gedwongen verkoop);

- vestiging van en toezicht op kredietbemiddelaars en aangestelde vertegenwoordigers (toelating, toelatingsvoorwaarden, registratie, vrijheid van vestiging en van dienstverrichting door kredietbemiddelaars (“Europees paspoort”), intrekking toelating, toezicht;

- toezicht van en toezicht op niet-kredietinstellingen;

- samenwerking tussen bevoegde autoriteiten.

De richtlijn is niet van toepassing op de onder de richtlijn vallende kredietovereenkomsten die zijn aangegaan voor 21 maart 2016. Voor de kredietgevers, kredietbemiddelaars en de aangestelde vertegenwoordigers geldt eveneens een overgangsregeling. De bepalingen in de richtlijn ter bescherming van de consument worden uitdrukkelijk als dwingend bestempeld.

CONSUMENTENKREDIET
Algemeen - Hypothecair krediet
CRÉDIT À LA CONSOMMATION
Généralités - Crédit hypothécaire