Hof van beroep Antwerpen 16 december 2013
Zaak: 2009/AR/968 en 2010/AR/880 |
![](https://statics.larciergroup-aws-prod.com/img/revues/rdc_tbh/htdocs/car10gris.gif)
Volgens artikel 5 van de verordening 44/2001 zijn bij een verkoopovereenkomst bevoegd de rechtbanken van de lidstaat waar de goederen volgens de overeenkomst geleverd werden of geleverd hadden moeten worden.
In een arrest van 16 december 2013 onderzocht het hof van beroep, verwijzend naar de rechtspraak van het Hof van Justitie, welke de plaats van de levering was “volgens de overeenkomst”, zonder dit te onderzoeken op basis van het op de overeenkomst toepasselijk materieel recht. Het hof van beroep oordeelde dat, vermits de goederen werden verscheept onder de Incoterm “CFR Antwerp”, de levering plaatsvond in de haven van vertrek, in casu in Korea, zodat de Belgische rechtbanken geen bevoegdheid hebben.