Article

– Wet van 14 februari 2014 met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in straf­zaken, BS 27 februari 2014 (ed. 2), R.D.C.-T.B.H., 2014/3, p. 321

Wet van 14 februari 2014 met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in straf­zaken, BS 27 februari 2014 (ed. 2)

In het Belgisch Staatsblad van 27 februari 2014 werd de wet met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken gepubliceerd. Deze nieuwe wet beoogt de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken duidelijker te organiseren, de toevloed van cassatieberoepen in strafzaken te beperken en aldus de gerechtelijke achterstand terug te dringen. De wetgever maakt tevens van de gelegenheid gebruik om de wetsbepalingen met betrekking tot die rechtspleging, die verspreid zijn over het Wetboek van Strafvordering, te bundelen en op te frissen.

Eén van de belangrijkste krachtlijnen van de nieuwe wet is dat cassatieberoepen in strafzaken - behoudens wat betreft de handhaving van de voorlopige hechtenis - enkel nog zullen kunnen worden ingesteld door advocaten die houder zijn van een getuigschrift volgens hetwelk zij een gespecialiseerde en technische cassatieopleiding hebben gevolgd (nieuw art. 425 en 426 Sv.). Het instellen van cassatieberoep door de betrokken partij zelf is dus, behalve in geval van handhaving van de voorlopige hechtenis, niet langer mogelijk. Ook het neerleggen van een memorie of van een memorie van antwoord wordt aan dezelfde voorwaarde onderworpen (nieuw art. 429 Sv.). De opleiding waarvan sprake is volgens de minister van Justitie niet de (zware en langdurige) opleiding die de advocaten bij het Hof van Cassatie moeten volgen, maar wel een opleiding van een aantal dagen die een basisvorming moet aanbieden over cassatietechniek. Een koninklijk besluit zal één en ander verder uitwerken.

Bijna geruisloos wordt de termijn voor het instellen van cassatieberoep ook verkort: de wetgever bepaalt dat dit dient te gebeuren binnen 15 dagen na de uitspraak van de bestreden beslissing (nieuw art. 423 Sv.). Voorheen gold krachtens artikel 373 Sv. een termijn van 15 vrije dagen, wat in de praktijk neerkwam op een cassatietermijn van 16 dagen. Tevens wordt de mogelijkheid beperkt om cassatieberoep in te stellen tegen voorbereidende beslissingen of beslissingen van onderzoek: de wet bepaalt dat - behoudens enkele uitzonderingen (zoals beslissingen inzake bevoegdheid, of arresten inzake de regeling van de rechtspleging door de K.I.) - cassatieberoep enkel mogelijk is na het eindarrest of de eindbeslissing (nieuw art. 420 Sv.).

Daarnaast wordt (opnieuw) voorzien in de verplichting om het cassatieberoep te betekenen aan de partij waartegen het gericht is. Voor de vervolgde persoon geldt die verplichting enkel in zoverre hij cassatieberoep instelt tegen de beslissing inzake de burgerlijke rechtsvordering (nieuw art. 427 Sv.). Ook aan de termijnen voor het indienen van de memories wordt gesleuteld: de eiser in cassatie zal zijn memorie moeten neerleggen binnen 2 maanden nadat het cassatieberoep werd ingesteld, en ten minste 15 dagen voor de zitting. De verweerder in cassatie moet zijn memorie van antwoord uiterlijk 8 dagen voor de zitting neerleggen, terwijl dat vandaag nog tot op de dag van de zitting mogelijk is. Memories moeten ook aangetekend of - op de door de Koning bepaalde wijze - via elektronische weg ter kennis worden gebracht van degene tegen wie het cassatieberoep werd ingesteld. Deze vormvereisten gelden op straffe van onontvankelijkheid (nieuw art. 429 Sv.).

Nieuw is ook dat de wetgever voorziet in een vereenvoudigde procedure van verwerping van de cassatieberoepen die “kennelijk onontvankelijk” of “doelloos” zijn, of waarin geen enkele onwettigheid of onregelmatigheid wordt aangevoerd die tot cassatie kan leiden, door de afdelingsvoorzitter op eensluidend advies van het Openbaar Ministerie (nieuw art. 433 Sv.).

De wet zal uiterlijk in werking treden op 1 februari 2015. Enkel de bepalingen in verband met het verplicht optreden van gekwalificeerde advocaten, deze i.v.m. de termijnen voor het neerleggen van een memorie of memorie van antwoord en deze i.v.m. het ter kennis brengen van memories aan de tegenpartij, treden nog een jaar later in werking.

CASSATIEBEROEP IN STRAFZAKEN
Algemeen - Rechtspleging - Vormen - Termijnen
POURVOI EN CASSATION EN MATIERE REPRESSIVE
Généralités - Procédure - Formalités - Delais