Deze verordening stelt uniforme standaarden vast voor de openbaarmaking van eigenvermogensvereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen ingevolge artikel 437, 1., onder a), b), d) en e), en ingevolge artikel 492, 3. van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (Pb.L. 27 juni 2013, afl. 176) teneinde te zorgen voor de uniforme toepassing van voormelde verordening. Deze standaarden, die vanaf 31 maart 2014 van toepassing zullen zijn, betreffen:

• een methodologie voor balansafstemming;
• een standaardformulier en publicatie-instructies voor de belangrijkste kenmerken van tier 1-kernkapitaal-, aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten;
• een standaardformulier en publicatie-instructies voor de openbaarmaking van de aard en de bedragen van specifieke bestanddelen van het eigen vermogen tijdens de overgangsperiode (31 maart 2014 tot 31 december 2017); en
• een standaardformulier en publicatie-instructies m.b.t. de openbaarmaking van de aard en de bedragen van specifieke bestanddelen van het eigen vermogen, van toepassing vanaf 1 januari 2018.