Article

Hof van Cassatie, 05/09/2013, R.D.C.-T.B.H., 2014/2, p. 160-162

Hof van Cassatie 5 september 2013

FAILLISSEMENT
Rechten van de schuldeisers - Individuele schade
De gemeenschappelijke rechten van de schuldeisers zijn de rechten die voortvloeien uit de schade aan de boedel ten gevolge van de fout van wie ook, waardoor het passief van het faillissement wordt vermeerderd, het actief wordt verminderd, of het actief dat ter beschikking moest staan van de schuldeisers niet effectief voorhanden is in de boedel.
Het faillissement van de schuldenaar staat er niet aan in de weg dat een schuldeiser vergoeding vordert van een derde door wiens fout schade is ontstaan die hem alleen treft.
De fout van een bestuurder of een zaakvoerder met betrekking tot het niet doorstorten van de bedrijfsvoorheffing door de vennootschap kan individuele schade opleveren voor de fiscus die erin bestaat dat de bedrijfsvoorheffing niet kan worden geïnd bij de vennootschap.
De omstandigheid dat het onzeker is of een schuldeiser een dividend zal ontvangen uit het faillissement sluit niet uit dat hij jegens een derde aanspraak kan maken op de volledige vergoeding van zijn individuele schade.
FAILLITE
Droits des créanciers - Dommage individuel
Les droits communs de tous les créanciers sont les droits qui résultent du dommage en raison de la faute de quiconque, par laquelle le passif de la faillite est augmenté ou l'actif diminué ou par laquelle l'actif qui devrait être à disposition des créanciers n'est plus effectivement présent.
La faillite du débiteur n'empêche pas le créancier d'introduire contre un tiers une action en indemnisation du préjudice causé par lui et dont il est seul frappé.
La faute d'un dirigeant relative au non-paiement du précompte professionnel par la société, peut provoquer un dommage individuel du fisc consistant à ce que le précompte professionnel ne puisse plus être perçu auprès de la société.
L'incertitude concernant le paiement d'un dividende n'exclut pas que le tiers puisse réclamer l'indemnisation complète de son préjudice.

D. en D. / Belgische Staat, in aanwezigheid van R. en D. Van Coppenolle, advocaat in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement van Axtron Group NV

Zet.: E. Dirix, E. Stassijns en A. Fettweis (afdelingsvoorzitters), B. Deconinck en B. Wylleman (raadsheren)
OM: Ch. Vandewal (advocaat-generaal)
Pl.: Mrs. Maes en van Eeckhoutte
Zaak: Nr. C.12.0445.N
I. Rechtspleging voor het Hof

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 10 mei 2012.

Advocaat-generaal Ch. Vandewal heeft op 15 april 2013 een schriftelijke conclusie neergelegd.

Afdelingsvoorzitter E. Dirix heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Ch. Vandewal heeft geconcludeerd.

II. Cassatiemiddel

De eisers voeren in hun verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. Beslissing van het Hof
Beoordeling
Eerste onderdeel
Ontvankelijkheid

1. De verweerder voert een grond van niet-ontvankelijkheid aan: de beslissing van de appelrechters dat de verweerder geen collectieve schade, maar individuele schade heeft geleden, betreft een onaantastbare feitelijke beoordeling.

2. Hoewel het bestaan van collectieve en individuele schade een feitelijke beoordeling is die voor het Hof niet kan worden aangevochten, gaat het Hof na of de rechter de begrippen collectieve en individuele schade niet miskent.

Het middel komt op tegen de beslissing van de appelrechters dat de onbetaald gebleven bedrijfsvoorheffing dient te worden aangemerkt als individuele schade van de verweerder.

De grond van niet-ontvankelijkheid moet worden verworpen.

Gegrondheid

3. De vraag of de verweerder aanspraak kan maken op de vergoeding door de eisers van door hem geleden individuele schade, heeft betrekking op een subjectief recht. Het onderzoek naar het bestaan en de draagwijdte van het subjectief recht, betreft niet de ontvankelijkheid, maar de gegrondheid van de vordering.

In zoverre het onderdeel de schending van artikel 17 Gerechtelijk Wetboek aanvoert, faalt het naar recht.

4. De algemene opdracht van de curator bestaat erin de activa van de gefailleerde te gelde te maken en het provenu te verdelen.

Wanneer de curator namens de boedel optreedt, oefent hij de gemeenschappelijke rechten van de schuldeisers uit.

De gemeenschappelijke rechten van de schuldeisers zijn de rechten die voortvloeien uit de schade aan de boedel ten gevolge van de fout van wie ook, waardoor het passief van het faillissement wordt vermeerderd, het actief wordt verminderd, of het actief dat ter beschikking moest staan van de schuldeisers niet effectief voorhanden is in de boedel.

5. Het faillissement van de schuldenaar staat er niet aan in de weg dat een schuldeiser vergoeding vordert van een derde door wiens fout schade is ontstaan die hem alleen treft.

6. De fout van een bestuurder of een zaakvoerder met betrekking tot het niet doorstorten van de bedrijfsvoorheffing door de vennootschap kan individuele schade opleveren voor de fiscus die erin bestaat dat de bedrijfsvoorheffing niet kan worden geïnd bij de vennootschap.

7. Uit het arrest blijkt dat:

- de vennootschappen sinds het eerste kwartaal van 2004 tot hun faillietverklaring stelselmatig nalieten de bedrijfsvoorheffingen te betalen, verschuldigd voor een periode variërend van 17 maanden (Axtron Fire & Safety Consulting) tot 30 maanden (Axon Environmental Consulting en Axtron Geoconsulting);

- de eisers in deze periode de bedrijvigheid van de vennootschappen hebben voortgezet;

- de eisers een foutieve keuze hebben gemaakt door de bedrijfsactiviteit voort te zetten en de lonen en bezoldigingen, basis van de oplopende schulden inzake bedrijfsvoorheffing, te blijven betalen of toe te kennen;

- het aan de verweerder niet kan worden verweten in mei 2004 betalingsfaciliteiten te hebben toegestaan.

8. De appelrechters die aldus oordelen dat enkel de fiscus, de verweerder, die noch de aanzuivering van het passief, noch het herstel van het actief van de boedels vraagt, maar enkel de vergoeding vordert voor de onbetaald gebleven bedrijfsvoorheffingen, “er zich [kan op] beroepen dat de bestuurders (...), naar gelang van de concrete omstandigheden, een fout hebben begaan door de (...) vennootschappen de belastingen niet te hebben doen betalen” en dat “deze fout geen collectieve schade (...) [heeft] doen ontstaan, maar een individuele schade waarvoor alleen [de verweerder] vergoeding kan vorderen”, schenden geen van de andere aangevoerde wetsbepalingen.

Het onderdeel kan in zoverre niet worden aangenomen.

Tweede onderdeel

9. De appelrechters oordelen dat “het feit dat de faillissementen nog niet gesloten werden de beoordeling van deze eis (...) niet [belet]”, en dat “geen aandeel in een collectieve schade op die rechtsgrond [wordt] gevorderd zodat [de verweerder] een subjectief recht aantoont om nog voor het afsluiten van de faillissementen in kwestie vergoeding van de aansprakelijke derden te vorderen”.

Door aldus te oordelen verwerpen en beantwoorden de appelrechters het bedoelde verweer.

Het onderdeel mist feitelijke grondslag.

Derde onderdeel

10. De eisers voeren aan dat de appelrechters artikel 1382 Burgerlijk Wetboek schenden doordat zij de eisers hebben veroordeeld tot de betaling van het totale bedrag van de onbetaalde bedrijfsvoorheffing, hoewel nog niet gekend was of en voor welk bedrag de verweerder een dividend uit de faillissementen zou ontvangen, waardoor zijn schade nog niet vaststaand en zeker was.

11. De omstandigheid dat het onzeker is of een schuldeiser een dividend zal ontvangen uit het faillissement sluit niet uit dat hij jegens een derde aanspraak kan maken op de volledige vergoeding van zijn individuele schade.

12. De appelrechters die oordelen dat de verweerder aanspraak kan maken op de vergoeding van de individuele schade ten gevolge van de fout van de eisers waardoor de bedrijfsvoorheffing verschuldigd door de vennootschappen onbetaald is gebleven en dat “het feit dat de faillissementen nog niet gesloten werden de beoordeling van deze eis [niet belet]”, verantwoorden hun beslissing naar recht.

Het onderdeel kan niet worden aangenomen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eisers tot de kosten.